Zeldzaam. Wordt verspreid over het land slechts af en toe waargenomen. RL: gevoelig.
Voorvleugellengte: 16-18 mm. Goed te onderscheiden van de andere Xestia-soorten door de tamelijk effen, fijn getekende voorvleugel. De grondkleur varieert van licht grijsachtig bruin, soms met een roze tint of roze franje, tot roodachtig bruin. Kenmerkend is de zwarte vlek in de binnenste lob van de niervlek, waarvan het overige deel dezelfde kleur heeft als de vleugel. De achtervleugel is gelijkmatig grijs met wit-, roze- of grijsachtige franje.
Lichte exemplaren van de vierkantvlekuil (X. xanthographa) zijn herkenbaar aan de niervlek, die vrijwel altijd lichter is dan de rest van de vleugel en vierkant of enigszins X-vormig lijkt te zijn; bovendien is de grondkleur meer bruin dan rood- of grijsachtig. Zie ook de moerasheide-aarduil (Protolampra sobrina) en de bruine zwartstipuil (X. baja).
bruine zwartstipuil
Xestia baja
NOCTUIDAE: Noctuinae
moerasheide-aarduil
Protolampra sobrina
NOCTUIDAE: Noctuinae
vierkantvlekuil
Xestia xanthographa
NOCTUIDAE: Noctuinae
Kooluil (Mamestra brassicae), nunvlinder (Orthosia gothica) en spurrie-uil (Anarta trifolii).
kooluil
Mamestra brassicae
NOCTUIDAE: Noctuinae
spurrie-uil
Anarta trifolii
NOCTUIDAE: Noctuinae
nunvlinder
Orthosia gothica
NOCTUIDAE: Noctuinae
Begin augustus-half september in één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken bloemen, vooral die van struikhei.
Rups: september-mei. De soort overwintert als jonge rups. De rups foerageert ´s nachts en verbergt zich overdag laag bij de grond; leeft voorafgaand aan de verpopping ongeveer zes weken onder de grond.
Vooral struikhei, dophei en bosbes; ook diverse andere planten.
Heiden.
Zeldzaam. Wordt verspreid over het land slechts af en toe waargenomen. RL: gevoelig.
Zeer zeldzaam in Vlaanderen; vroeger bekend uit de Antwerpse en Limburgse Kempen. Zeer zeldzaam in Wallonië, waar de soort zeer lokaal in de Ardennen voorkomt.
In het noorden tot Schotland en Zuid-Scandinavië en in het oosten tot Rusland (ongeveer tot Moskou). In het Middellandse Zeegebied Marokko, het Iberisch schiereiland, Italië, de Balkan, Libanon, Syrië en Turkije.
De grondkleur van deze soort is kastanjebruin, althans volgens de Latijnse soortnaam.
Xestia: xestos is opgewreven, glad, naar de glimmende voorvleugels van een aantal soorten in dit genus.
castanea: castaneus is heeft de kleur van een kastanje. (Castanea sativa is tamme kastanje), naar de kleur van de voorvleugel hoewel die vaak veel bleker is.
Blijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
schijn-nonvlinder
Panthea coenobita
tweestreepgrasuil
Mythimna turca
sigma-uil
Eugraphe sigma
goudvenstertje
Plusia festucae
oorsilene-uil
Hadena irregularis
zwarte witvleugeluil
Aporophyla nigra