Vrij zeldzaam. Komt verspreid over het land voor. RL: bedreigd.
Voorvleugellengte: 10-12 mm. Ondanks het tamelijk effen, bruinachtig grijze uiterlijk is deze dwergspanner vrij eenvoudig te onderscheiden van andere bruinachtig grijze soorten door de langgerekte voorvleugel. Het onderscheid wordt extra geaccentueerd door de buitenste dwarslijn die naast de middenstip een scherpe hoek maakt en als een pijl naar de vleugelpunt wijst. Ook de andere dwarslijnen zijn, indien zichtbaar, scherp gehoekt. De zwarte middenstip is lang en dun. In het zoomveld loopt een lichte golflijn die bij de binnenrandhoek verbreed is tot een kleine lichte vlek. De achtervleugel steekt meestal ver onder de voorvleugel uit en het achterlijf is vaak omhoog gekromd.
Smalvleugeldwergspanner (Eupithecia nanata).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
smalvleugeldwergspanner
Eupithecia nanata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
Eind februari-eind oktober in twee generaties. De vlinders komen goed op licht.
Rups: mei-november. De soort overwintert als pop tussen mos of achter de schors aan de basis van de waardplant of in de strooisellaag.
Rupsen van de eerste generatie hebben een voorkeur voor houtige planten zoals meidoorn, sleedoorn en vlier; rupsen van de tweede generatie leven op wilde averuit en bijvoet.
Ruderale terreinen, weiden, wegbermen, bosranden en struwelen, vaak in enigszins voedselrijke en niet te droge gebieden.
Vrij zeldzaam. Komt verspreid over het land voor. RL: bedreigd.
Zeldzaam in Vlaanderen en sterk achteruitgegaan. Vooral gemeld uit de duinen, waar de soort wijdverbreid is. Enkele recente, losse waarnemingen uit Oost-Vlaanderen. In Wallonië vroeger bekend uit alle provincies, maar recent enkel gezien in Luik.
Van het Iberisch Schiereiland via het hele Middellandse Zeegebied tot Klein-Azië en het Zwarte Zeegebied; in het noorden van het noordwesten van Midden-Europa via de gematigde zone tot de Amoer. In Scandinavië tot boven de poolcirkel. Ook op de Britse eilanden (als fraxinata Crewe).
Alle soorten uit het Genus Eupithecia plus nog een aantal andere kleine spanners zijn samengebracht onder de groepsnaam dwergspanner.
Bijvoet is een belangrijke waardplanten van deze dwergspanner.
Eupithecia: eu is goed, goedig en pithex, pithekos is een dwerg. De vlinders hebben een aantrekkelijk uiterlijk en zijn klein. Haworth schrijft: mooie vlinders, als ze rusten zien ze er prachtig uit: de vleugels gespreid en vlak, elegant gedrukt tegen de ondergrond; eigenlijk helemaal ontworpen om ze in vlinderkasten te verzamelen.
Innotata: innotatus is zonder herkenningstekens.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
berkenwintervlinder
Operophtera fagata
brummelspanner
Mesoleuca albicillata
pijlkruidspanner
Mesotype didymata
paardenbloemspanner
Idaea seriata
donkere prachtstipspanner
Scopula immorata
gerimpelde spanner
Macaria liturata