Zeer algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: niet bedreigd.
Voorvleugellengte: 13-15 mm. Op de voorvleugel is meestal duidelijk een brede grijze dwarsband te onderscheiden. Deze loopt door de zwarte vlek in de vorm van een ‘pootafdruk’ heen en zet zich voort over de achtervleugel (hoewel dit bij grijzere exemplaren niet meer opvalt). De uitholling aan de achterrand van de voorvleugel is net als de franje zeer donker, bijna zwart gekleurd. De bruine vlek aan de voorrand is vaak smal en loopt taps toe. Langs de rand van de achtervleugel loopt meestal een regelmatig gebroken of uit stippen bestaande lijn.
Tot 24 mm; zeer variabel in kleur, van geelachtig groen tot bruin of grijs; de grijze en bruine vormen hebben fijne, onregelmatige, donkere lengtestrepen over rug en flanken; de groene vormen zijn variërend getekend met roodachtig bruine vlekjes op rug en flanken; kop bruin.
Lijkt zeer sterk op het gemiddeld iets grotere klaverblaadje (M. notata) en wordt daar vaak mee verward. Bij het klaverblaadje ontbreekt de dwarsband echter nagenoeg; in plaats daarvan loopt er een smalle dwarslijn aan de binnenzijde van de ‘pootafdruk’. De pootafdruk is in de meeste gevallen duidelijk groter. De grondkleur is meestal roomkleurig in plaats van grijsachtig. De uitholling aan de achterrand van de voorvleugel is bij het klaverblaadje fijn licht en donker gevlekt en de bruine vlek aan de voorrand is min of meer rechthoekig; de zwarte lijn langs de achterrand van de achtervleugel is gewoonlijk ononderbroken. Bij afgevlogen of afwijkende exemplaren kan genitaliënonderzoek nodig zijn voor een zekere determinatie.
klaverblaadje
Macaria notata
GEOMETRIDAE: Ennominae
Klaverblaadje (Macaria notata) en vierkantspikkelspanner (Paradarisa consonaria).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
klaverblaadje
Macaria notata
GEOMETRIDAE: Ennominae
vierkantspikkelspanner
Paradarisa consonaria
GEOMETRIDAE: Ennominae
Eind april-eind augustus in twee generaties. De vlinders zijn actief vanaf de schemering en komen goed op licht.
Rups: juni-juli en eind augustus-september. De soort overwintert als pop in een cocon in de grond.
Diverse loofbomen en struiken, zoals wilg, els, meidoorn, sleedoorn en sporkehout.
Open loofbossen en met struiken begroeide heiden en duinen.
Zeer algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: niet bedreigd.
Algemeen in het hele land.
De verspreiding van alternata en notata komen grofweg overeen; in het oosten tot de Amoer en in het noorden ook tot boven de poolcirkel. In het Middellandse Zeegebied waarschijnlijk niet op de Balkan en in tegenstelling tot notata wel op Corsica.
Klaverblaadje is een al lang bestaande naam die al gebruikt wordt door Ter Haar in 'Onze vlinders' (begin vorige eeuw).
Deze gelijkende soort maakt een donkerder indruk dan Macaria notata, klaverblaadje.
alternata: alternus is afwisselen, vanwege de afwisseling in kleur tussen de donkerder banden en de blekere grondkleur.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
eikendwergspanner
Eupithecia dodoneata
Struikheidedwergspanner
Eupithecia goossensiata
gevlekte heispanner
Dyscia fagaria
naaldboomspanner
Thera obeliscata
gemarmerde dwergspanner
Eupithecia irriguata
klaverbandspanner
Scotopteryx bipunctaria