Vrij algemeen. Komt verspreid over het land voor; de meeste waarnemingen komen uit de westelijke helft van het land. RL: kwetsbaar.
Voorvleugellengte: 11-16 mm. De vrij brede voorvleugel heeft een stompe vleugelpunt en een effen, vaak roodachtig getinte licht- of donkerbruine, soms zwartachtige grondkleur. Hierop bevindt zich een fijne grijsachtige bestuiving die als smalle veeg in het wortelveld begint en zich naar het midden van de vleugel breed wigvormig uitbreidt. In het zoomveld is soms een lichte adering aanwezig. Kenmerkend is de doorgaans krijtwitte donkergerande niervlek die bestaat uit twee afzonderlijke vlekjes; in sommige gevallen zijn deze vlekjes donker gekleurd of bestaat de niervlek uit een enkele smalle donkere vlek. Heel soms is aansluitend aan de witte niervlek een gedeeltelijke witte ader zichtbaar, waardoor een witte L op de vleugel aanwezig lijkt te zijn.
Exemplaren met een donkere niervlek kunnen verward worden met de geelbruine rietboorder (A. dissoluta); bij deze soort is de niervlek echter breder en meestal licht omrand en is een uit zwarte vlekjes bestaande franjelijn zichtbaar. Kleine donkere exemplaren van de moerasplantenboorder (Globia algae) hebben een warmere bruine kleur, een puntigere voorvleugel en smallere donkere veeg; de niervlek is nooit wit.
geelbruine rietboorder
Archanara dissoluta
NOCTUIDAE: Hadeninae
moerasplantenboorder
Globia algae
NOCTUIDAE: Hadeninae
Eind juni-begin oktober in één generatie. De vlinders vliegen in de schemering vaak rond de waardplant. Ze komen matig op licht en nemen geen voedsel op.
Rups: mei-juli. De rups leeft in een stengel van de waardplant en wisselt tijdens het groeien diverse malen van plant. De verpopping vindt plaats onder in een stevige stengel van de waardplant met de kop naar beneden. De soort overwintert als ei.
Riet.
Vooral rietlanden, maar ook slootkanten, rivieroevers en moerassen.
Vrij algemeen. Komt verspreid over het land voor; de meeste waarnemingen komen uit de westelijke helft van het land. RL: kwetsbaar.
In Vlaanderen zeldzaam, maar wijdverbreid in alle provincies. Lokaal vrij algemeen. In Wallonië zeer zeldzaam en nagenoeg ontbrekend ten zuiden van Samber en Maas.
Europa, noordelijk tot Zuid- en Oost-Engeland, Denemarken, Zuid-Zweden, Zuid-Finland en Estland. Naar het zuiden tot Zuid-Spanje, Sardinië, Midden-Italië en Noord-Griekenland. Ook in Voor-Azië van Turkije tot Libanon, Irak en de Kaukasus.
De rupsen van de rietboorders leven in rietstengels.
Gestippelde slaat op dezelfde witte vlekjes als waar de Latijnse naam op doelt. Zie ook 'toelichting wetenschappelijke naam'.
In de land- en tuinbouw heet deze vlinder gestippelde rietuil.
geminipuncta: gemini is tweeling en punctum is een vlek, wijzend op de twee witte vlekjes in de niervlek
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
getekende gamma-uil
Macdunnoughia confusa
gevlamde rietuil
Senta flammea
bleekschouderuil
Acontia lucida
rietgrasuil
Apamea unanimis
geelvleugeluil
Thalpophila matura
levervlek
Euplexia lucipara