gestreepte goudspanner Camptogramma bilineata

De meeste exemplaren van de gestreepte goudspanner hebben een goudgele grondkleur op zowel de voor- als de achtervleugel.
Familie
spanners (GEOMETRIDAE)
Onderfamilie
Larentiinae / Camptogramma bilineata
Groep
Nachtvlinder die nachtactief is
Hoe moeilijk te herkennen
(goed tot redelijk goed te determineren)
Zeldzaamheid

Zeer algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: niet bedreigd.

Rode lijst
niet bedreigd

Verspreiding
Vliegtijd
Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 13-16 mm. Enigszins variabel van kleur, maar altijd goed herkenbaar door de unieke combinatie van kleur en tekening. Bij de meeste exemplaren hebben zowel de voor- als de achtervleugel een goudgele grondkleur. De talrijke fijne bruinachtige gegolfde dwarslijnen geven deze spanner een gestreept uiterlijk. Op de voorvleugel zijn de centrale dwarslijnen opvallend goed te onderscheiden door hun helderwitte kleur; de buitenste daarvan loopt door over de achtervleugel. De dwarslijn in het wortelveld en de golflijn zijn vaak ook wit, maar minder duidelijk te onderscheiden. Vooral bij het vrouwtje zijn vaak twee (donker)bruine dwarsbanden te zien die grenzen aan de witte centrale dwarslijnen.

Kenmerken rups

Tot 24 mm; zeer variabel in kleur van groen tot roodachtig bruin of grijs, met gele of roze insnijdingen tussen de segmenten; over het midden van de rug een donkere en twee lichte lengtestrepen; onder de spiracula een brede lichte lengtestreep; kop lichtgroen, bruin of grijs met donkerder tekening.

Vliegtijd en gedrag

Half mei-eind augustus in één, mogelijk twee generaties. De vlinders zijn overdag gemakkelijk op te jagen. In vergelijking met de aantallen die in de schemering rondvliegend en bloembezoekend worden waargenomen, komen ze weinig op licht.

Levenscyclus

Rups: augustus-juni. De soort overwintert als rups op de waardplant en verpopt zich in losse aarde.

Waardplanten

Diverse kruidachtige planten zoals walstro, zuring, muur en viooltjes.

Habitat

Vooral struwelen, houtwallen, akkerranden, tuinen, brede bospaden, heiden, moerassen en rivieroevers.

Zeldzaamheid

Zeer algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: niet bedreigd.

Belgiƫ

Zeer algemeen in het hele land.

Mondiaal

Noord-Afrika, het Iberisch Schiereiland, West- en Midden-Europa inclusief de Britse eilanden naar het oosten tot de Altaj. in het noorden tot Noord-Scandinavië en in het zuiden tot Malta; van west naar oost de westelijke Middellandse Zee, de Balkan, Klein-Azië, Noord-Iran en Toerkmenistan.

Trend op lange en korte termijn
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) wordt hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Verspreiding in Nederland in vier perioden
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
voor 1950
1950 - 1979
1980 - 1999
2000 - feb 2016
Engelse naam
Yellow Shell
Duitse naam
Ockergelber-Blattspanner
Franse naam
la Brocatelle d'or
Oud Nederlandse naam
brandnetelspanner, goudspanner
Synoniemen
Larentia bilineata, Euphyia bilineata, Cidaria bilineata
Toelichting Nederlandse naam

Een spanner met veel dwarsstrepen en een goudgele grondkleur.

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

Camptogramma: kamptos is gebogen en gramma is lijn; de bochtige lijnen, vooral de buitenste rand van de mediane band, op de voorvleugels.
bilineata: bi is twee en linea is lijn; van de 'dubbele' lijnen die de mediane band begrenzen. Macleod heeft het over twee banden op iedere voorvleugel; dat mag wel zo zijn, maar het is niet de uitleg van Linnaeus.

Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1758)

Actualiteiten

Ontdek meer

Tijdschriften

Soorten uit dezelfde familie spanners (GEOMETRIDAE)

oostelijke spanner
Chariaspilates formosaria

springzaadbandspanner
Xanthorhoe biriviata

halvemaanvlinder
Selenia tetralunaria

dennendwergspanner
Eupithecia indigata

vierbandspanner
Xanthorhoe ferrugata

hopdwergspanner
Eupithecia assimilata

alle soorten uit deze familie