Vrij zeldzaam. Komt verspreid over het land voor, echter nooit in grote aantallen. RL: bedreigd.
Voorvleugellengte: 8-9 mm. Een van de kleinste van de dwergspanners die in Nederland voorkomen; herkenbaar aan de bijna chocoladebruine grondkleur. De voorrand van de voorvleugel is tamelijk recht en de vleugelpunt is vrij spits. Soms is een duidelijke vleugeltekening aanwezig, vooral aan de voorrand, maar de vlinders zijn meestal grotendeels ongetekend, soms egaal zonder grijs. In de binnenrandhoek ligt een witte stip en in enkele gevallen is zelfs een lichte golflijn aanwezig. De franje is gewoonlijk bruin en wit geblokt.
16-18 mm. Lijf groen of okerkleurig met onduidelijke donkerder lijnen op rug en subdorsaal; de kop is gewoonlijk bruin of bruinachtig groen.
De rupsen van de Eupithecia-soorten lijken veel op elkaar. Bij determinatie kan de waardplant een handig hulpmiddel zijn.
Half april-eind augustus in twee generaties. De vlinders vliegen overdag bij zonnig weer en bezoeken dan bloemen; het zijn snelle vliegers. Ze rusten met gespreide vleugels op een smal blad; daarbij staat het lichaam haaks op de lengterichting van het blad en worden de vleugels tegen het blad gedrukt. De vlinders komen soms op licht.
Rups: juni-september. De soort overwintert als pop in de strooisellaag (vaak twee jaren).
Hoornbloem en muur.
Vooral moerassen en natte graslanden; ook grazige ruigten, duinen, wegbermen en verwaarloosde stukken grond.
Vrij zeldzaam. Komt verspreid over het land voor, echter nooit in grote aantallen. RL: bedreigd.
In Vlaanderen zeldzaam, maar wijdverbreid. Achteruitgegaan. In Wallonië zeer zeldzaam, vooral waargenomen in de Gaume.
Spanje, Frankrijk en de Britse eilanden in het westen, in het zuiden tot Italië en Roemenië en in het noorden tot boven de poolcirkel. Naar het oosten tot Siberië en Mongolië. Ook in Noord-Amerika.
Alle soorten uit het Genus Eupithecia plus nog een aantal andere kleine spanners zijn samengebracht onder de groepsnaam dwergspanner.
Hoornbloem is een belangrijke waardplant van deze dwergspanner.
Eupithecia: eu is goed, goedig en pithex, pithekos is een dwerg. De vlinders hebben een aantrekkelijk uiterlijk en zijn klein. Haworth schrijft: mooie vlinders, als ze rusten zien ze er prachtig uit: de vleugels gespreid en vlak, elegant gedrukt tegen de ondergrond; eigenlijk helemaal ontworpen om ze in vlinderkasten te verzamelen.
Pygmaeata: pygmaeus is een pigmee, een dwerg. Een van de kleinste soorten van het genus waar Hübner deze vlinder in plaatste: het genus Geometra.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
getande spanner
Odontopera bidentata
malvabandspanner
Larentia clavaria
lariksspanner
Macaria signaria
berkenoogspanner
Cyclophora albipunctata
walstrospanner
Costaconvexa polygrammata
speerpuntspanner
Rheumaptera hastata