moeras-micro-uil Hypenodes humidalis

Familie

spinneruilen (EREBIDAE)

Zeldzaamheid

Vrij algemeen. Een soort die zeer verspreid en lokaal op de zandgronden in het binnenland voorkomt; daarbuiten ook af en toe een waarneming. RL: niet bedreigd.

Rode lijst

niet bedreigd

Meer foto's

Terug naar boven ^

Levenswijze

Vliegtijd en gedrag

Eind mei-begin oktober in twee generaties; de tweede generatie is partieel. De vlinders vliegen aan het eind van de middag en in de schemering en zijn soms in zwermen aan te treffen. Ze komen zowel op licht als op smeer.

Levenscyclus

Rups: juli-mei. In Nederland is de rups van deze soort nog niet met zekerheid in de vrije natuur vastgesteld; het is wel gelukt om te kweken met gevangen vlindervrouwtjes. De soort overwintert als rups. De verpopping vindt plaats tegen de stengel van de waardplant.

Verspreiding

Vliegtijd

Benaming

Engelse naam

Marsh Oblique-barred

Duitse naam

Moor-Motteneule

Franse naam

l'Hypénode des tourbières

Synoniemen

Schrankia humidalis, Hypenodes turfosalis, Tholomiges turfosalis

Meer

Toelichting Nederlandse naam

De micro-uilen zijn klein en worden vaak aangezien voor microvlinders. Deze moeras-micro-uil is er daar één van.
Deze soort voelt zich thuis in moerassen en vochtige gebieden.

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

Hypenodes: het genus Hypena en eidos, od- is de vorm. Gelijkend op Hypena dus.
humidalis: humidus is vocht; verwijzend naar de habitat: zure heiden en mossen.

Auteursnaam en jaartal

Doubleday, 1850

Herkenning

Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 6-8 mm. Deze snuituil kan vanwege de kleine afmetingen en de slanke bouw gemakkelijk worden aangezien voor een microvlinder. Kenmerkend is het patroon van de diagonale donkere dwarslijnen, waarvan de buitenste eindigt in de vleugelpunt. Evenals de andere snuituilen heeft deze soort een opvallende 'snuit', gevormd door de lange palpen.

Gelijkende soorten vlinder

De gelijnde micro-uil (Schrankia taenialis) en de gepijlde micro-uil (Schrankia costaestrigalis) zijn iets groter en missen de duidelijke, tot in de vleugelpunt lopende golflijn. Zie ook het klein purperuiltje (Eublemma parva).

Verspreiding in Nederland in vier perioden

Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.

Habitat

Heiden, moerassen en vochtige graslanden.

Planten

Diverse grassen, waaronder pijpenstrootje en zeggensoorten; ook struikhei. Deze waardplanten zijn gebaseerd op de bij 'Levenscyclus' genoemde kweekervaringen met gevangen vlindervrouwtjes. In Finland ook wateraardbei.

Waardplant

Struikhei
Calluna

Zegge
Carex

Ganzerik
Potentilla

Actualiteiten

Ontdek meer

Blijf op de hoogte

Ontvang vlindernieuws

Soorten uit dezelfde familie spinneruilen (EREBIDAE)

Alle soorten uit deze familie