Een dwaalgast, waarvan slechts één waarneming uit Nederland bekend is; het betreft een mannetje in Vijlen in 1927.
Voorvleugellengte: 21-25 mm. De bovenkant van de vleugels is middenbruin met langs de achterrand een rij oranje vlekken, waarvan de meeste los van elkaar staan. Het mannetje heeft op de bovenkant van de voorvleugel één oogvlek, het vrouwtje twee.
Eind juli-begin september in één generatie.
De soort overwintert als rups.
Diverse grassen.
Zandige open graslanden.
Een dwaalgast, waarvan slechts één waarneming uit Nederland bekend is; het betreft een mannetje in Vijlen in 1927.
In de literatuur staat de oranje steppevlinder vermeld als honkvast.
De oranje steppevlinder komt voor in twee gebieden in Europa: in het oosten en in het westen. De oostelijke verspreiding betreft Zuidoost-Europa, zoals de Balkan, Griekenland en Turkije. Het westelijke deel omvat grote delen van Spanje en Frankrijk. De dichtstbijzijnde vliegplaatsen liggen langs de Maas in Noord-Frankrijk.
Van West- en Zuid-Europa naar het oosten tot Midden-Azië. Niet op de eilanden van de Middellandse Zee, niet in Italië (uitgezonderd zeer lokale populaties) en niet in Noord-Afrika (uitgezonderd de Hoge Atlas).
Arethusana: arethusana is een afgeleide vorm van arethusa. Arethusa was een Nereïde, een zeenimf dus, die door Artemis in een fontein of een bron werd veranderd om zo te kunnen ontkomen aan de onwelgevallige toenaderingen van de riviergod Alpheus.
arethusa: zie hiervoor.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
hooibeestje
Coenonympha pamphilus
zilveren maan
Boloria selene
veenhooibeestje
Coenonympha tullia
dagpauwoog
Aglais io
braamparelmoervlinder
Brenthis daphne
zilverstreephooibeestje
Coenonympha hero