Zeer zeldzaam. Deze soort is in ons land voor het laatst waargenomen in 1983 te Ruinen en werd daarvóór zeer onregelmatig aangetroffen op heideterreinen.
Voorvleugellengte: 13-15 mm. De middenband van deze bandspanner is paarsachtig bruin met een iets lichtere zone rond de middenvlek. De buitenste dwarslijn heeft een forse uitstulping naar buiten. In de vleugelpunt bevindt zich een kort donker schuin streepje.
Begin juli-begin september in één generatie. De vlinders komen op licht en zijn overdag gemakkelijk op te jagen.
Rups: september-mei. De soort overwintert als rups. De verpopping vindt plaats in een los spinsel op de grond.
Brem en heidebrem.
Heiden.
Zeer zeldzaam. Deze soort is in ons land voor het laatst waargenomen in 1983 te Ruinen en werd daarvóór zeer onregelmatig aangetroffen op heideterreinen.
Zeer zeldzaam. In Vlaanderen slechts één recente vindplaats in de Limburgse Kempen; uitgestorven in Antwerpen. In Wallonië beperkt tot Namen.
In West- en Midden-Europa van Frankrijk tot Denemarken en Estland, naar het oosten tot de Oeral; in het zuiden van Spanje via Italië en de Balkan tot de Kaukasus.
De bandspanners hebben een bandtekening dwars over de vleugels.
De brede band over de voorvleugels vertoont scherpe knikken (tanden).
Scotopteryx: skotos is duisternis en pteron is vleugel; wijzend op de donkere tekening op de vleugels van een aantal soorten, vooral de mediane band.
moeniata: Moenia is stadswallen; Scopoli gebruikt de term bolwerken in zijn uitleg. De ene band zou als kantelen in de andere band doordringen.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
eikentak
Gerinia honoraria
hagedoornvlinder
Opisthograptis luteolata
bosrankdwergspanner
Eupithecia haworthiata
elzenspannertje
Hydrelia sylvata
korstmosspanner
Cleorodes lichenaria
groenbandspanner
Hydriomena impluviata