vaal kokerbeertje Eilema caniola

Familie
spinneruilen (EREBIDAE)
Onderfamilie
Arctiinae / Eilema caniola
Groep
Nachtvlinder die nachtactief is
Hoe moeilijk te herkennen
(moeilijk tot zeer moeilijk te determineren)
Zeldzaamheid

Deze soort is voor het eerst waargenomen in 2014 in Zeeland.

Rode lijst

Verspreiding
Vliegtijd
Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 15-17 mm. De voorvleugel is smal en gewoonlijk heel lichtgrijs met een bleke gele streep langs de voorrand. Die streep is smal en niet scherp afgetekend. De achtervleugel is wit. De vlinder rust met de vleugels in een kokertje om het lichaam gevouwen.

Gelijkende soorten vlinder

Het streepkokerbeertje (E. complana) en het plat beertje (E. lurideola) hebben een donkerder grijze voorvleugel met scherp afgetekende, brede gele voorrand en een lichtgele achtervleugel. Bovendien vliegt het vaal kokerbeertje vaak al vroeg in het jaar, soms nog voor de gelijkende soorten vliegen, en valt de tweede generatie opvallend laat in het jaar.

plat beertje
Eilema lurideola
EREBIDAE: Arctiinae

streepkokerbeertje
Eilema complana
EREBIDAE: Arctiinae

Vliegtijd en gedrag

Begin mei-eind september in twee generaties. De vlinders komen vlak na het invallen van het donker op licht en soms op smeer.

Levenscyclus

Rups: september-eind juni. De rups foerageert 's nachts. De soort overwintert als rups; soms als pop onder een steen.

Waardplanten

(Korst)mossen en algen op stenen; ook planten zoals gewone rolklaver.

Habitat

Steenachtige plaatsen. Vooral gebonden aan stedelijke omgeving waar rupsen voedsel vinden op daken en muren.

Zeldzaamheid

Deze soort is voor het eerst waargenomen in 2014 in Zeeland.

België

Vrij zeldzaam in Oost- en West-Vlaanderen, elders in Vlaanderen nagenoeg ontbrekend. Recente nieuwkomer in opmars, die lokaal ttalrijk kan zijn.

Trend op lange en korte termijn
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) wordt hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Verspreiding in Nederland in vier perioden
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
voor 1950
1950 - 1979
1980 - 1999
2000 - feb 2016

Tijdschriften

Soorten uit dezelfde familie spinneruilen (EREBIDAE)

kleine beer
Phragmatobia fuliginosa

paddenstoeluil
Parascotia fuliginaria

wilgenweeskind
Catocala electa

bastaardsatijnvlinder
Euproctis chrysorrhoea

gele snuituil
Paracolax tristalis

lijnsnuituil
Herminia tarsipennalis

alle soorten uit deze familie