Vrij zeldzaam. Komt verspreid over het land voor, vooral op de zandgronden en in de duinen. RL: kwetsbaar.
Voorvleugellengte: 19-23 mm. Dit heldergroene visstaartje lijkt op een uil met een vrij slank borststuk en een brede hoekige voorvleugel waarvan de voorrand sterk gebogen is. De randen van de voorvleugel zijn geel- of groenachtig wit, evenals de twee scherpe, ruwweg evenwijdige en bijna rechte dwarslijnen die schuin over het middenveld lopen. De binnenste dwarslijnen raken elkaar bij de binnenrand van de voorvleugel. De achtervleugel is wit. De antennen, palpen en voorpoten zijn licht zalmroze van kleur. Er is nauwelijks variatie; heel soms ontbreekt één van de twee dwarslijnen of is de vleugelzoom enigszins geelbruin getint.
Verwarring is mogelijk met vaag getekende exemplaren van de zilveren groenuil (Pseudoips prasinana), met name wanneer de buitenste dwarslijn niet zichtbaar is. Bij deze soort is het borststuk forser met een deels witte beharing; de binnenste dwarslijnen raken elkaar niet maar vertrekken vanuit het borststuk. Verder heeft deze soort een spitser toelopende voorvleugel en de antennen, palpen en voorpoten zijn oranje of roodachtig roze van kleur.
zilveren groenuil
Pseudoips prasinana
NOLIDAE: Chloephorinae
Eind mei-begin augustus in één generatie; ook enkele recente waarnemingen uit september. De vlinders komen zowel op licht als op smeer.
Rups: juli-mei. De jonge rups overwintert op of vlak bij een knop van de waardplant; de rups foerageert op de knoppen en de bladeren. De verpopping vindt plaats in een stevige cocon die de vorm heeft van een bootje, meestal op of onder een blad van de waardplant maar ook wel in de strooisellaag.
Eik en berk.
Loofbossen en parken.
Vrij zeldzaam. Komt verspreid over het land voor, vooral op de zandgronden en in de duinen. RL: kwetsbaar.
Vrij zeldzaam in het hele land. Komt wijdverbreid voor in lage aantallen.
Komt voor van het Iberisch schiereiland en via de noordkant van de Middellandse zee tot Iran. Naar het noorden tot Schotland, Zuid-Scandinavië en de Baltische Staten. Naar het oosten tot de Oeral.
De groenuilen hebben groen op de voorvleugels.
Ongetwijfeld is dit de grootste van de groenuilen.
Bena: waarschijnlijk is bena een nietszeggende fantasienaam.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
kleine wilgenuil
Nycteola asiatica
groot visstaartje
Meganola albula
licht visstaartje
Nola aerugula
klein visstaartje
Nola cucullatella
zwartlijnvisstaartje
Meganola togatulalis
fraaie wilgenuil
Nycteola degenerana