Deze soort is één keer waargenomen in 2013 in Beetsterzwaag (Friesland).
Voorvleugellengte: 10-12 mm. Houdt in rust de vleugels onder een scherpe hoek in dakvorm. De voorvleugel heeft een doorgaans groene, soms ook bruingroene of licht grijsbruine kleur met vaag zichtbare, evenwijdig aan elkaar lopende donkere V-vormige dwarslijnen (waarvan het korte deel op de buitenste vleugelhelft vaak nauwelijks te zien is). Soms ligt er tussen twee van deze dwarslijnen een donker paarsachtig bruine zone waardoor er in rusthouding een opvallende bandvormige V over de beide vleugels is te zien. Een donkere vleugelzoom ontbreekt en de franje is doorgaans licht tot witachtig groen. De achtervleugel is wit.
De kleine groenuil (E. clorana) heeft een bredere, meer effen groene voorvleugel met een witte voorrand. De populierengroenuil (E. vernana) heeft duidelijker dwarslijnen, waarvan de binnenste een zigzag verloop heeft; ook heeft de voorvleugel een verdonkerde zoom met een geelbruin en wit gekleurde vleugelrand en franje.
populierengroenuil
Earias vernana
NOLIDAE: Eariadinae
kleine groenuil
Earias clorana
NOLIDAE: Eariadinae
In het buitenland: april-november in minstens twee generaties. De vlinders komen op licht. Eieren worden afgezet op stengels of bladeren van de waardplant. Jonge rupsen boren zich in stengels van de waardplant. De pop bevindt zich in een witte gesponnen cocon aan de onderste delen van de plant of in de strooisellaag.
In het buitenland: verschillende gewassen, waaronder maïs, katoen en okra.
Deze soort is één keer waargenomen in 2013 in Beetsterzwaag (Friesland).
Komt niet voor.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
kleine wilgenuil
Nycteola asiatica
donker visstaartje
Meganola strigula
licht visstaartje
Nola aerugula
katoengroenuil
Earias insulana
fraaie wilgenuil
Nycteola degenerana
zilveren groenuil
Pseudoips prasinana