Algemeen. Komt vooral voor op de zandgronden in het binnenland en in de duinen; ook elders af en toe een waarneming. RL: kwetsbaar.
Voorvleugellengte: 8-9 mm. De voorvleugel varieert van wit met enkele donkere vegen en velden (dit is de gewone vorm in de duinen) tot zeer donker en contrastrijk; deze laatste vorm kan verward worden met donkere exemplaren van het bremvisstaartje (N. holsatica). De enigszins golvende, fijne zwarte of bruine dwarslijn iets buiten het midden is kenmerkend, maar kan bij sommige exemplaren vaag zijn. Opvallend zijn de drie donkere schubbenpuistjes op de voorvleugel, die vrijwel altijd en in elke kleurvorm aanwezig zijn. De achtervleugel is egaal lichtgrijs.
Het vroeg visstaartje (N. confusalis) heeft een geschulpte dwarslijn aan de binnenzijde van de bovendien meer gebogen buitenste dwarslijn. Zie ook het groot visstaartje (Meganola albula) en het bremvisstaartje (N. holsatica).
Bekijk de gedetailleerde verschillen met illustraties tussen de zeven visstaartjes (Nolinae).
vroeg visstaartje
Nola confusalis
NOLIDAE: Nolinae
groot visstaartje
Meganola albula
NOLIDAE: Nolinae
bremvisstaartje
Nola holsatica
NOLIDAE: Nolinae
Half juni-half augustus in één generatie; in gunstige jaren kan de soort iets eerder beginnen te vliegen en is uitloop naar eind augustus mogelijk. De vlinders komen op licht en kunnen vanaf de schemering rustend op grasstengels worden aangetroffen
Rups: augustus-juni. De soort overwintert als rups en verpopt zich in een cocon onder aan de stengel van de waardplant of in de strooisellaag
Gewone rolklaver en andere soorten klaver; ook wikke, berk, struikhei, (ratel)populier en wilg.
Vooral duinen en vochtige heiden.
Algemeen. Komt vooral voor op de zandgronden in het binnenland en in de duinen; ook elders af en toe een waarneming. RL: kwetsbaar.
In Vlaanderen zeldzaam en grotendeels beperkt tot de Kempen en de kuststreek. Lokaal algemeen. In Wallonië zeer zeldzaam en recent enkel gezien in Namen.
Europa met uitzondering van de zuidelijke gebieden, inclusief Zuid-Engeland en Zuid-Scandinavië en dwars door Azië tot Japan
Het licht visstaartje heeft een zeer lichte tekening. Visstaartje is een al lang bestaande naam. In 'Onze vlinders' van Ter Haar wordt ze al gebruikt. De naschuivers van sommige rupsen uit deze familie hebben wel wat weg van een vissenstaart.
Nola: Nola is een stad in Campania. Als deze stad inderdaad de basis is voor deze naam is het wellicht de oudste naam met geografische achtergrond, nog een jaar eerder dan Ochsenheimer ermee begon. Het is de enige geografische naam die Leach maakte. Leach plaatste dit genus bij de Tortriciden; hijzelf gaf geen enkele toelichting.
aerugula: aerugo is koperroest, kopergroen. Er zit geen spoor van groen in de vleugelkleur en Hübner, een kunstminnaar, zou dat ook nooit hebben willen suggereren. Waarschijnlijk is koperachtig bedoeld, naar de bleekbruine gloed op de vleugels.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
kleine groenuil
Earias clorana
licht visstaartje
Nola aerugula
bremvisstaartje
Nola holsatica
vroeg visstaartje
Nola confusalis
klein visstaartje
Nola cucullatella
zwartlijnvisstaartje
Meganola togatulalis