De enige bevestigde waarneming dateert uit 1969 in Noord-Holland.
Voorvleugellengte: 33-37 mm. Deze Catocala-soort lijkt sterk op het rood weeskind (C. nupta), maar is groter en heeft een regelmatige, sterk getande binnenste en buitenste dwarslijn en een verdonkerde band in het middenveld. De donkere middenband op de fletsere rode achtervleugel is licht gebogen en loopt richting de binnenrand vaak smaller toe.
(Ratel)populier en wilg.
De enige bevestigde waarneming dateert uit 1969 in Noord-Holland.
Deze soort komt niet in België voor.
Van Noord-Afrika via het Iberisch schiereiland tot België en Nordrhein-Westfalen. Zwervers verder naar het noorden (Engeland, Scandinavië). Naar het oosten tot de Oeral en de Kaukasus.
Zie voor een uitgebreide toelichting op de Nederlandse naam de uitleg bij het rood weeskind.
Meer over Nederlandse namen
Catocala: kato is onder en kalos is mooi. Deze soorten hebben mooie, helder gekleurde achter- of ondervleugels.
elocata: elocatus is een huurling, een prostituee. We mogen aannemen dat Esper het spelletje van Linnaeus, zie C. nupta, meespeelde.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
muisbeertje
Pelosia muscerda
bastaardsatijnvlinder
Euproctis chrysorrhoea
dubbelstipsnuituil
Hypena obsitalis
populierenweeskind
Catocala elocata
bruine prachtuil
Dysgonia algira
maansnuituil
Zanclognatha lunalis