naaldboombeertje Eilema depressa

De rupsen van het naaldboombeertje leven van korstmossen en algen op naaldbomen, eik of struikhei.
Familie
spinneruilen (EREBIDAE)
Onderfamilie
Arctiinae / Eilema depressa
Groep
Nachtvlinder die nachtactief is
Hoe moeilijk te herkennen
(moeilijk tot zeer moeilijk te determineren)
Zeldzaamheid

Algemeen. Komt verspreid voor op de zandgronden in het binnenland en in de duinen. RL: niet bedreigd.

Rode lijst
niet bedreigd

Verspreiding
Vliegtijd
Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 15-17 mm. Het mannetje heeft een grijsachtige voor- en achtervleugel met een oranjegele franje en langs de voorrand een okergele streep die bij het wortelveld het duidelijkst is. Soms is het zoomveld donkerder dan de rest van de vleugel. Het vrouwtje is iets groter, heeft een donkere bruinachtig grijze, soms enigszins oranje getinte, voorvleugel met langs de voorrand een oranje streep en een grijze achtervleugel. Het borststuk is vaak geelachtig; er is geen duidelijke oranjegele kraag. Een belangrijk kenmerk zijn de donkere achterpoten. De kleur van de vleugels kan variëren, maar ze hebben altijd een enigszins zijdeachtige glans. De vlinder houdt in rust de vleugels plat boven het lichaam.

Gelijkende soorten vlinder

Het glad beertje (E. griseola) heeft een bredere en meer afgeronde voorvleugel; de gele vorm van het glad beertje is bleker en mist het grijs in de achtervleugel. Zie ook het geel beertje (E. sororcula) en het plat beertje (E. lurideola).

plat beertje
Eilema lurideola
EREBIDAE: Arctiinae

geel beertje
Eilema sororcula
EREBIDAE: Arctiinae

glad beertje
Eilema griseola
EREBIDAE: Arctiinae

Vliegtijd en gedrag

Begin juni-half september in meestal één lange generatie. De vlinders komen op licht.

Levenscyclus

Rups: september-juni. De soort overwintert als jonge rups en verpopt zich in een cocon in een bastspleet of tussen stenen.

Waardplanten

Korstmossen en algen; vooral op naaldbomen, maar ook op eik en struikhei.

Habitat

Vooral naaldbossen en gemengde bossen; ook struwelen op graslanden en heiden.

Zeldzaamheid

Algemeen. Komt verspreid voor op de zandgronden in het binnenland en in de duinen. RL: niet bedreigd.

België

Vrij algemeen in het hele land.

Mondiaal

Van het noorden van het Iberisch schiereiland via West-Europa, inclusief de Britse eilanden, naar het oosten via de gematigde zone tot Oost-Azië. Naar het zuiden tot het noordelijke Middellandse Zeegebied en naar het noorden tot Zuid-Scandinavië.

Trend op lange en korte termijn
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) wordt hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Verspreiding in Nederland in vier perioden
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
voor 1950
1950 - 1979
1980 - 1999
2000 - feb 2016
Engelse naam
Buff Footman
Duitse naam
Nadelwald-Flechtenbärchen
Franse naam
la Lithosie ocre , la Lithosie déprimée
Oud Nederlandse naam
sparremosbeer
Synoniemen
Lithosia depressa, Eilema deplana, Lithosia deplana, Lithosia helveola
Toelichting Nederlandse naam

De aanduiding beertje heeft deze soort gemeen met de kleinere soorten uit de familie van de beervlinders (Arctiidae). De naam beervlinders heeft deze familie te danken aan het uiterlijk van de rupsen die dicht behaard zijn en daardoor aan een beer doen denken. Dit beertje leeft van kostmossen en algen die groeien op (vooral naald-)bomen.

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

Eilema: eilema is een sluier, een voile; een aantal soorten in dit genus houdt in rust de vleugels helemaal rond het lijf gerold alsof ze zich afzonderen onder een sluier. Zie ook bij E. complana. Spiris heeft dezelfde strekking.
depressa: deplana: de- is naar beneden gericht en planus is vlak, naar de positie van de vleugels in rust namelijk plat boven het lichaam. Deze naam betekent dus hetzelfde als complana (zie daar) maar hier dekt de naam de lading hetgeen bij complana juist niet het geval is.

Auteursnaam en jaartal
(Esper, 1787)

Nieuws

Blijf op de hoogte

Ontvang vlindernieuws

Soorten uit dezelfde familie spinneruilen (EREBIDAE)

wit weeskind
Catephia alchymista

zuidelijke wikke-uil
Tathorhynchus exsiccata

zwart beertje
Atolmis rubricollis

felgeel beertje
Eilema lutarella

moerasspinner
Laelia coenosa

booglijnuil
Colobochyla salicalis

alle soorten uit deze familie