Zeer zeldzaam. De soort is als zwerver slechts op enkele plaatsen verspreid over het land waargenomen, voor het laatst in 2015 in Drenthe.
Voorvleugellengte: 18-22 mm. Evenals de andere snuituilen heeft deze soort een opvallende 'snuit', gevormd door de lange palpen. De vleugelpunt van de voorvleugel is vrij hoekig maar heeft geen naar buiten wijkend puntje. De voorvleugel is gemarmerd met donkerbruin en lichter geelachtig bruin. Het deel langs de voorrand is over het algemeen donkerder dan de rest van de vleugel, vooral in het middenveld; bij de vleugelpunt is een opvallende lichte vlek zichtbaar.
De hopsnuituil (H. rostralis) heeft een smallere voorvleugel en mist de donkere vlek langs de voorrand. Zie ook de dubbelstipsnuituil (H. obsitalis).
dubbelstipsnuituil
Hypena obsitalis
EREBIDAE: Hypeninae
hopsnuituil
Hypena rostralis
EREBIDAE: Hypeninae
Augustus-juni in één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken bloemen van onder andere klimop.
Rups: juni-juli. De soort overwintert als vlinder in een holle boom, een bunker of een andere beschutte plaats.
Brandnetel.
Bosranden en andere bosachtige gebieden; vaak op plaatsen met verstoorde grond (brandnetelbegroeiingen).
Zeer zeldzaam. De soort is als zwerver slechts op enkele plaatsen verspreid over het land waargenomen, voor het laatst in 2015 in Drenthe.
Deze soort is niet in België waargenomen.
Aan de noordkant van de Middellandse zee vanaf het Iberisch schiereiland via Anatolië naar het oosten tot Centraal-Azië. De noordgrens van het vaste areaal vormt de lijn West-Pyreneeën - Vogezen - Thüringer Woud - Harzgebergte - Karpaten. Boven deze lijn zijn de waargenomen vlinders waarschijnlijk zwervers.
De snuituilen hebben opvallend naar voren uitstekende palpen (de snuit) op de kop van de vlinder.
Brandnetel is de enige waardplant van deze soort.
Hypena: hypene is een snor of een baard, naar de behaarde labiale palpen en mogelijk ook naar de haarborsteltjes die op de poten van een aantal soorten zitten. Hypena had aanvankelijk de status van een familie.
obesalis: obesus is dik en vet; een grote soort dus. Mogelijk ook om de verwantschap met crassalis aan te geven; die naam heeft dezelfde strekking.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
wit weeskind
Catephia alchymista
zuidelijke wikke-uil
Tathorhynchus exsiccata
zwart beertje
Atolmis rubricollis
felgeel beertje
Eilema lutarella
moerasspinner
Laelia coenosa
booglijnuil
Colobochyla salicalis