donkere korstmosuil Bryophila raptricula

Rupsen van de donkere korstmosuil overwinteren tussen korstmossen.
Familie
uilen (NOCTUIDAE)
Onderfamilie
Bryophilinae / Bryophila raptricula
Groep
Nachtvlinder die nachtactief is
Hoe moeilijk te herkennen
(goed op gelijkende soorten letten)
Zeldzaamheid

Zeldzaam. Komt zeer verspreid en lokaal voor ten zuiden van de lijn Amsterdam-Zwolle. RL: ernstig bedreigd.

Rode lijst
ernstig bedreigd

Verspreiding
Vliegtijd
Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 12-14 mm. Deze uil is door de lange, smalle voorvleugel goed te onderscheiden van de andere korstmosuilen. De kleur van de voorvleugel is variabel, maar is meestal donker bruinachtig grijs. Bij donkere exemplaren zijn de kenmerken slechts vaag te onderscheiden. Het meest opvallend zijn het uit twee lobben bestaande wortelveld, de donker- en licht omrande ringvlek en niervlek en het witachtig grijze uiteinde van de buitenste dwarslijn dat haaks op de binnenrand staat. Dit laatste kenmerk blijft ook bij zeer donkere exemplaren doorgaans zichtbaar. Bij lichtere exemplaren zijn de centrale dwarslijnen, de ringvlek en de niervlek meestal goed zichtbaar. De niervlek maakt daarbij deel uit van een lichter gekleurde vlek aan de binnenzijde van de sterk naar buiten gebogen buitenste dwarslijn. De achtervleugel is licht bruinachtig wit.

Vliegtijd en gedrag

Half juni-begin oktober in één generatie. De vlinders komen op licht.

Levenscyclus

Rups: september-mei. De soort overwintert als jonge rups tussen korstmossen.

Waardplanten

Korstmossen op stenen, muren, daken en bomen.

Habitat

Vooral stedelijk gebied; ook allerlei open gebieden.

Zeldzaamheid

Zeldzaam. Komt zeer verspreid en lokaal voor ten zuiden van de lijn Amsterdam-Zwolle. RL: ernstig bedreigd.

België

Zeer zeldzaam in Vlaanderen. Vooral waargenomen in stedelijk gebied op en rond de lijn Antwerpen-Brussel. In Wallonië zeer zeldzaam, maar bekend uit alle provincies.

Mondiaal

In het zuiden van Noord-Afrika (Marokko tot Egypte) dwars door heel Zuid-Europa. Naar het noorden tot Zuid-Noorwegen, Midden-Zweden, Zuid-Finland en de noordelijke Baltische staten. Een brede gebiedsband in het noorden van Midden-Europa van Noord-Nederland via Noord-Duitsland en Noord-Polen was aanvankelijk schaars bezet. Speyer & Speyer,1862 gaven als noordgrens nog aan de lijn Parijs - Aken - Halle; deze grens is nu naar het noorden verschoven. In Zuid-Engeland zijn tussen 1953 en 1969 vier zwervers geregistreerd. Bij Hamburg waarnemingen sinds de dertiger jaren en bij Berlijn sinds 1949 (Warnecke, 1961). In rusland loopt de noordgrens boven Moskou langs. In het zuiden van Klein- en Voor-Azië (Kaukasus, Irak, Iran, Afganistan) tot Chinees Toerkestan.

Trend op lange en korte termijn
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) wordt hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Verspreiding in Nederland in vier perioden
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
voor 1950
1950 - 1979
1980 - 1999
2000 - feb 2016
Engelse naam
Marbled Grey
Duitse naam
Graue Flechteneule
Franse naam
le Bryophile fraisillée
Synoniemen
Cryphia raptricula, Cryphia divisa
Toelichting Nederlandse naam

De korstmosuilen hebben korstmos als waardplant. Deze soort is donkergrijs.

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

raptricula: raptricula is een verkleinwoord van raptrix is een vrouwelijke rover. Denis en Schiffermüller voegden deze soort bij hun 'kleintjes' waaraan ze namen gaven die met diefstal te maken hebben. Zie ook O. latruncula.

Auteursnaam en jaartal
(Denis & Schiffermüller, 1775)

Actualiteiten

Ontdek meer

Blijf op de hoogte

Ontvang vlindernieuws

Soorten uit dezelfde familie uilen (NOCTUIDAE)

schapengrasuil
Apamea furva

zwartstreepuil
Hyppa rectilinea

marmeruil
Polia nebulosa

helmgrasuil
Mythimna litoralis

bonte marmeruil
Deltote deceptoria

windeweeskind
Aedia leucomelas

alle soorten uit deze familie