gevlamde grasuil Eremobia ochroleuca

De gevlamde grasuil dook voor het laatst op in 2021, in Zeeland. In 2017 was de soort ook al gezien nabij Borsele.
Familie
uilen (NOCTUIDAE)
Onderfamilie
Hadeninae / Eremobia ochroleuca
Groep
Nachtvlinder die zowel dagactief als nachtactief is
Hoe moeilijk te herkennen
(goed op gelijkende soorten letten)
Zeldzaamheid

Van deze soort zijn geen recente waarnemingen bekend. In 2021 werd de gevlamde grasuil waargenomen in Zeeland. Er werden zo'n 30 exemplaren aangetroffen. In 2017 was de soort ook gezien nabij Borsele. De laatste waarneming van daarvoor dateert uit 1971 in Limburg.

Rode lijst
verdwenen

Verspreiding
Vliegtijd
Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 14-16 mm. Deze uil is goed te herkennen aan de bont geschakeerde bruinachtige voorvleugel met de grillige middenband; de tinten bruin zijn variabel, maar de tekening is constant. De lichte geelbruine grondkleur wordt afgewisseld met olijfbruine of roodachtig bruine tinten, de vleugelzoom is licht strokleurig en de franje is geblokt. Opvallend is de brede grillige band in het middenveld. Het middelste gedeelte daarvan is donkerbruin, sterk getand en halverwege smal toegeknepen of onderbroken. Aan beide zijden van de band ligt een dikke onregelmatige en sterk contrasterende witte rand, die vooral aan de buitenzijde vrij breed kan zijn. De achtervleugel is bruinachtig grijs met een donkerdere zoom.

Gelijkende soorten vlinder

Zie de oorsilene-uil (Hadena irregularis).

oorsilene-uil
Hadena irregularis
NOCTUIDAE: Hadeninae

Vliegtijd en gedrag

Begin juli-half augustus in één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken bloemen. Ze kunnen overdag worden aangetroffen op bloemen van knoopkruid.

Levenscyclus

Rups: april-juli. De rups is zowel overdag als ´s nachts actief. De verpopping vindt plaats in een cocon in de grond. De soort overwintert als ei.

Waardplanten

Diverse grassen, waaronder kropaar, glanshaver en kweek; ook granen.

Habitat

Graslanden en andere grazige plaatsen; ook bosranden, wegbermen en spoordijken.

Zeldzaamheid

Van deze soort zijn geen recente waarnemingen bekend. In 2021 werd de gevlamde grasuil waargenomen in Zeeland. Er werden zo'n 30 exemplaren aangetroffen. In 2017 was de soort ook gezien nabij Borsele. De laatste waarneming van daarvoor dateert uit 1971 in Limburg.

België

Zeer zeldzaam. Uitgestorven in nagenoeg alle Belgische provincies, maar houdt stand in het West-Vlaamse Heuvelland en de Gaume.

Mondiaal

Zuid- en Midden-Europa, noordelijk tot Midden-Engeland, Zuid-Noorwegen (twee meldingen), Zuid-Zweden, Zuid-Finland (drie vangsten) en Karelië. Naar het zuiden tot de Middellandse Zee (behalve Corsica, Sardinië en de Balearen). In Voor-Azië tot Armenië en Iran.

Trend op lange en korte termijn
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) wordt hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Verspreiding in Nederland in vier perioden
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
voor 1950
1950 - 1979
1980 - 1999
2000 - feb 2016
Engelse naam
Dusky Sallow
Duitse naam
Ockerfarbene Queckeneule
Franse naam
la Noctuelle jaunâtre
Synoniemen
Ilarus ochroleuca, Hadena ochroleuca
Toelichting Nederlandse naam

Alle grasuilen hebben een relatie met grassen.
Door kleur en tekening is op de voorvleugels een gevlamd uiterlijk ontstaan.

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

Eremobia: eremos is alleen, gedeserteerd en bioo is wonen. Hiermee doelt Stephens op het habitat van deze soort: 'in de zon liggende heideachtige duinen', de nadruk ligt op de geïsoleerdheid en niet op de droogheid van het gebied. De soort was een zeldzaamheid.
ochroleuca: okhros is bleek geel en leukos is wit, doelend op de grondkleur van de vlinder.

Auteursnaam en jaartal
(Denis & Schiffermüller, 1775)

Soorten uit dezelfde familie uilen (NOCTUIDAE)

bruine granietuil
Crypsedra gemmea

oranjegeel halmuiltje
Oligia fasciuncula

harige winteruil
Dasypolia templi

ruituil
Xestia stigmatica

glanzende marmeruil
Pseudeustrotia candidula

alle soorten uit deze familie