De laatste waarneming dateert van 1926 uit de Imbosch. Kwam voor op de Veluwe.
Voorvleugellengte: ♂ 20-23 mm, ♀ 35-38 mm. De voorvleugel van het vrouwtje is geelachtig bruingrijs, die van het mannetje meer roodachtig grijs. Over de voorvleugel lopen tamelijk rechte donkere dwarslijnen die aan een kant zijn afgezet met een witte lijn. In de spitse vleugelpunt bevindt zich een donker lijntje. De geschulpte achterrand van zowel de voor- als de achtervleugel heeft een stompe hoek en op alle vier de vleugels bevindt zich een kleine donkere middenstip.
Ter Haar: Rups is asgrijs met donkere, stofkleurige rug- en zijlijn; kop zwart; buik grijs.
Lijkt op de veel algemenere appeltak (Campaea margaritaria), maar de grondkleur is duidelijk anders en de achterrand is bij de appeltak minder hoekig.
appeltak
Campaea margaritaria
GEOMETRIDAE: Ennominae
April-half juni en juli-september in twee generaties. De vlinder vliegt zeer laat in de nacht en wordt daardoor waarschijnlijk weinig waargenomen.
De soort overwintert als pop.
Eik.
De laatste waarneming dateert van 1926 uit de Imbosch. Kwam voor op de Veluwe.
Een zeer zeldzame soort die recent uitsluitend voorkomt op warme droge hellingen in Namen; na 1980 niet meer waargenomen in Luik.
Verbreid over Zuid-, Midden en Zuidwest-Europa (behalve Rusland), België, Nederland, Midden- en Noord-Italië, Dalmatië en Noordwest-Afrika.
eikentak
De rups van deze soort heeft, net als veel andere spannersoorten, het uiterlijk van een boomtakje. Waarom juist het takje van een appelboom bij deze soort werd gekozen is niet geheel duidelijk.
Campaea: kampe is een buiging, een veranderde richting, maar ook een rups. Lamarck vestigt aandacht op beide betekenissen.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
strooiselstipspanner
Idaea laevigata
korstmosspanner
Cleorodes lichenaria
variabele spanner
Hydriomena furcata
aangebrande spanner
Ligdia adustata
scherphoekbandspanner
Euphyia unangulata
bonte bandspanner
Epirrhoe tristata