Vrij algemeen. Komt lokaal voor op de zandgronden in het binnenland. RL: bedreigd.
Voorvleugellengte: 17-20 mm. Een overwegend grijsachtige tandvlinder die nogal variabel is van kleur. Door de vaak onduidelijke overgangen tussen de verschillende kleuren grijs is de voorvleugel weinig contrastrijk. De buitenste zone van de middenband en de zoom zijn vaak witachtig van kleur. Af en toe wordt een extra donkere vorm waargenomen. De achtervleugel is grijs met een witte dwarslijn.
De zuidelijke tandvlinder (D. velitaris) heeft een opvallend zandkleurig wortelveld. De witlijntandvlinder (D. querna) heeft een witte achtervleugel en vliegt meestal later. De maantandvlinder (D. ruficornis) heeft een duidelijke zwarte kommavlek in de lichte middenband en duidelijke zwarte dwarslijnen.
maantandvlinder
Drymonia ruficornis
NOTODONTIDAE: Notodontinae
zuidelijke tandvlinder
Drymonia velitaris
NOTODONTIDAE: Notodontinae
witlijntandvlinder
Drymonia querna
NOTODONTIDAE: Notodontinae
Begin mei-eind juli in één generatie. De vlinders worden overdag soms rustend op eikenstammen gevonden. De mannetjes komen op licht, de vrouwtjes zelden.
Rups: juni-september. De rupsen worden zelden gezien, ook niet bij het kloppen van takken, wat er op wijst dat de rupsen waarschijnlijk hoog in de boomkronen leven. De soort overwintert als pop in een cocon in de grond onder de waardplant.
Diverse loofbomen, met een voorkeur voor eik.
Bossen met voldoende oude eiken.
Vrij algemeen. Komt lokaal voor op de zandgronden in het binnenland. RL: bedreigd.
Zeer zeldzaam in Vlaanderen, sterk achteruitgegaan. Recent slechts op enkele Limburgse locaties gezien. In Wallonië vrij zeldzaam en wijdverbreid.
Van het Iberisch schiereiland via West- en Midden-Europa, inclusief de Britse eilanden, via de gematigde zone tot Rusland (Wolgagebied). In het zuiden via het Middellandse Zeegebied inclusief Italië en de Balkan tot de Zwarte Zee en de Kaukasus. In het noorden tot Zuid-Scandinavië.
De gestreepte tandvlinder heeft witte en donkere strepen in de tekening.
Tandvlinders hebben aan de voorvleugel een uitstulping die in rust als een tand boven de vlinder uitsteekt.
Drymonia: drumos is eiken hakhout, dit genus komt veelvuldig voor in eikebossen.
dodonaea: Dodona is een stad van Epirus, in het noordwesten van Griekenland waar een oud orakel was gevestigd. De antwoorden van dit orakel werden gegeven door de wind die blies door een groeve met heilige eiken en die werden versterkt door ketels, aangebracht in de takken. Aldus werd dodoneus allengs tot: behorend bij de eik.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
kleine hermelijnvlinder
Furcula furcula
populierentandvlinder
Gluphisia crenata
bruine wapendrager
Clostera curtula
berkentandvlinder
Odontosia carmelita
witlijntandvlinder
Drymonia querna
draak
Harpyia milhauseri