Vrij zeldzaam. Komt vooral voor op de zandgronden in het binnenland; wordt ook daarbuiten af en toe gezien. RL: bedreigd.
Voorvleugellengte: 18-22 mm. Deze uil lijkt zeer sterk op de kuifvlinder (C. verbasci), maar is over het algemeen iets kleiner en lichter van kleur. Net als bij de andere Cucullia-soorten is de halskraag behaard, waardoor de vlinder een kap op lijkt te hebben.
Tot 50 mm; verschilt van C. verbasci door het sterkere en eenvoudiger patroon, waarbij de verticale, zwarte strepen - zoals bij verbasci - ontbreken.
Zie de kuifvlinder (C. verbasci) en de astermonnik (C. asteris).
astermonnik
Cucullia asteris
NOCTUIDAE: Cuculliinae
kuifvlinder
Cucullia verbasci
NOCTUIDAE: Cuculliinae
De rups van de kuifvlinder (Cucullia verbasci) heeft twee vrijliggende, zwarte stippen in de gele dwarsband op het tweede en derde borstsegment.
De zwarte stippen zijn bij de helmkruidvlinder groter en niet helemaal door geel omringd.
Zie voor uitgebreidere informatie het artikel Lastig duo: kuifvlinder en helmkruidvlinder.
kuifvlinder
Cucullia verbasci
NOCTUIDAE: Cuculliinae
Half mei-half juli in één generatie. De vlinders komen matig op licht en bezoeken bloemen van onder andere vlinderstruik.
Rups: half juni-september. De soort overwintert als pop in een stevige cocon in de grond (soms meerdere jaren).
Helmkruid en toorts; in mindere mate vlinderstruik. Planten die half in de schaduw staan hebben de voorkeur.
Bosranden, open plekken in het bos; soms wegbermen.
Vrij zeldzaam. Komt vooral voor op de zandgronden in het binnenland; wordt ook daarbuiten af en toe gezien. RL: bedreigd.
Vrij algemeen in de oostelijke helft van Vlaanderen, zeldzaam in Oost-Vlaanderen en ontbrekend in West-Vlaanderen. In Wallonië wijdverbreid.
In Zuid-Europa tot Midden-Spanje, Sicilië en Griekenland. Naar het noorden tot de Noordzee, Denemarken, Zuid-Zweden en de Baltische staten (een enkeling in Zuid-Engeland). De areaalgrenzen in het zuiden en oosten zijn onduidelijk i.v.m. verwisseling met gelijkende verwanten. Een opgave uit Marokko wordt betwijfeld. De meest oostelijke en zekere vindplaatsen liggen in West-Turkije (Ronkay & Ronkay, 1994).
Helmkruidvlinder is een al lang bestaande naam die al gebruikt wordt door Ter Haar in 'Onze vlinders' (begin vorige eeuw).
De waardplanten van deze soort zijn helmkruid en toorts.
Cucullia: cucullus is een hoed, een monnikskap. Naar de opvallende monnikskapachtige haartooi op de torax. scrophulariae: Scrophularia is het plantengeslacht helmkruid, dat van de voedselplanten van deze soort.
Word donateur
Steun De Vlinderstichting
bleke grasuil
Mythimna pallens
zuringuil
Acronicta rumicis
late heide-uil
Xestia agathina
gewone grasuil
Luperina testacea
grijze worteluil
Agrotis cinerea
zilvervenster
Autographa bractea