Zeldzaam. Een soort waarvan alleen recente waarnemingen bekend zijn uit de duinen bij IJmuiden en Egmond aan Zee. RL: gevoelig.
Voorvleugellengte: 15-17 mm. De voorvleugel heeft een effen, koffiebruine grondkleur met zwarte, helder wit gerande dwarslijnen. Opvallend en karakteristiek is de grote witte vlek in het middenveld waarin de eveneens witte ringvlek is opgenomen; de grootte van de witte vlek kan variëren.
De witband-silene-uil (H. compta) heeft een zwartachtig grijze voorvleugel met een geheel witte middenband. De gevlekte silene-uil (H. confusa) heeft een opvallende witte vlek in de vleugelpunt. Zie ook de gele granietuil (Polymixis flavicincta).
gevlekte silene-uil
Hadena confusa
NOCTUIDAE: Hadeninae
witband-silene-uil
Hadena compta
NOCTUIDAE: Hadeninae
gele granietuil
Polymixis flavicincta
NOCTUIDAE: Hadeninae
Half mei-eind juli in één generatie. De vlinders vliegen vanaf de schemering, komen goed op licht en bezoeken bloemen van onder andere slangenkruid, valse salie en spoorbloem. Overdag worden de vlinders soms rustend aangetroffen op een paaltje of muur.
Rups: juni-augustus. De jonge rups leeft in de zaaddozen van de waardplant; grotere rupsen foerageren alleen ´s nachts en verlaten overdag de waardplant om zich dicht bij de grond te verbergen. De soort overwintert als pop in de grond.
Nachtkoekoeksbloem, nachtsilene en andere silenesoorten.
Vooral grazige plaatsen langs de kust.
Zeldzaam. Een soort waarvan alleen recente waarnemingen bekend zijn uit de duinen bij IJmuiden en Egmond aan Zee. RL: gevoelig.
Zeer zeldzaam. In Vlaanderen recent beperkt tot één locatie aan de kust; vroeger ook uit Limburg bekend. In Wallonië zeer lokaal in Namen; vroeger ook in Luik.
Noord-Afrika (Marokko, Algerije), het Iberisch schiereiland en heel Europa tot Midden-Azië (daar ssp excelsa Hacker, 1996). In het westen tot Zuid-Engeland, naar het noorden tot Zuid-Scandinavië. In het zuiden het Middellandse Zeegebied, Voor-Azië en tot de westelijke Hymalaya (daar ssp. nivalis Hacker, 1996).
Meerdere silenesoorten zijn waardplanten van deze uilesoort.
Een opvallende witte vlek midden op de vleugel is kenmerkend. Zie ook bij 'toelichting wetenschappelijke naam'.
Hadena: hades is de onderwereld. Schrank vertaalt 'Trübeule' met 'moping owl' (kniezende uil). Deze naam had aanvankelijk de status van een familienaam.
albimacula: albus is wit en macula is een vlek, wijzend op de witte vlek naast/onder de ronde vlek.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
donkere marmeruil
Deltote pygarga
bruine silene-uil
Luteohadena luteago
graanworteluil
Euxoa tritici
bruine zwartstipuil
Xestia baja
stompvleugelgrasuil
Mythimna impura
stippelrietboorder
Protarchanara brevilinea