klein avondrood Deilephila porcellus

Het klein avondrood is een vrij kleine pijlstaart met rozerode en geelbruine vleugels met olijfgroene dwarslijnen.
Familie
pijlstaarten (SPHINGIDAE)
Onderfamilie
Macroglossinae / Deilephila porcellus
Groep
Nachtvlinder die nachtactief is
Hoe moeilijk te herkennen
(goed tot redelijk goed te determineren)
Zeldzaamheid

Algemeen. Komt in de duinen en lokaal op de zandgronden in het binnenland voor. RL: kwetsbaar.

Rode lijst
kwetsbaar

Verspreiding
Vliegtijd
Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 21-25 mm. De enige relatief kleine pijlstaart met rozerode en geelbruine vleugels. Over de voorvleugel lopen een aantal licht gebogen olijfgroene dwarslijnen, die vooral bij de voorrand zichtbaar zijn.

Kenmerken rups

Tot 60 mm; lichaam lichtgrijs of in sommige gevallen groen, sterk gespikkeld en getekend met zwarte schrapjes; segment vier en vijf elk met een paar ronde, wit geringde, bleekpaarse 'oogvlekken' op de rugzijde; segment elf met een klein bultje in plaats van een hoorntje; kop grijsachtig zwart. De jonge rupsen zijn groen.

Gelijkende soorten vlinder

Het groot avondrood (D. elpenor) is groter, minder geel van kleur en heeft een duidelijke rozerode lengtestreep over het achterlijf.

groot avondrood
Deilephila elpenor
SPHINGIDAE: Macroglossinae

Gelijkende soorten rups

Wingerdpijlstaart (Hippotion celerio) en groot avondrood (Deilephila elpenor).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).

wingerdpijlstaart
Hippotion celerio
SPHINGIDAE: Macroglossinae

groot avondrood
Deilephila elpenor
SPHINGIDAE: Macroglossinae

Vliegtijd en gedrag

Begin mei-half augustus in één generatie. Soms worden verse vlinders overdag rustend aangetroffen. De vlinders vliegen vanaf de schemering en bezoeken bloemen van onder andere slangenkruid, kamperfoelie en rododendron waaruit ze al vliegend nectar zuigen. Ze komen op licht, soms tamelijk vroeg in de nacht.

Levenscyclus

Rups: juni-september. De rups foerageert ´s nachts en verbergt zich overdag in de strooisellaag aan de voet van de waardplant. De soort overwintert als pop in een losse cocon in de strooisellaag.

Waardplanten

Diverse soorten walstro.

Habitat

Vooral open gebieden met een korte grasvegetatie, waaronder kalkgraslanden, heiden, duinen en vochtige graslanden.

Zeldzaamheid

Algemeen. Komt in de duinen en lokaal op de zandgronden in het binnenland voor. RL: kwetsbaar.

België

Zeer zeldzaam in Vlaanderen. Nagenoeg beperkt tot de duinen, waar de soort lokaal algemeen is; recent ook waargenomen aan de Maas in Limburg. In Wallonië wijdverbreid ten zuiden van Samber en Maas, met name in de kalkstreek.

Mondiaal

Europa met uitzondering van Noord-Scandinavië en Noord-Rusland. Naar het zuiden tot Noord-Spanje, Sardinië, Corsica, Sicilië en Kreta. Ook een geïsoleerde bezetting in de Atlas van Marokko en in Oost-Algerije. Naar het oosten tot de Zwarte Zee en de Kapische Zee.

Trend op lange en korte termijn
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) wordt hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Verspreiding in Nederland in vier perioden
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
voor 1950
1950 - 1979
1980 - 1999
2000 - feb 2016
Engelse naam
Small Elephant Hawk-moth
Duitse naam
Kleiner Weinschwärmer
Franse naam
le Petit Sphinx de la vigne , le Petit pourceau
Oud Nederlandse naam
kleine olifantsvlinder
Synoniemen
Pergesa porcellus, Metopsilus porcellus
Toelichting Nederlandse naam

Twee van de pijlstaartsoorten heten avondrood; ze vliegen in de avond en hebben een mooie kleur rood op lijf en vleugels.
Het klein avondrood is de kleinste van de twee.

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

Deilephila: deile is avond en phileo is houden van; veel van de soorten binnen dit (vroeger veel omvangrijker) genus vliegen graag in de schemering.
porcellus: porcelles is een big vanwege dezelfde redenen als vermeld bij D. elpenor. Linnaeus had deze naam niet van zich zelf maar uit een boek van Thomas Mouffet uit 1585. Linnaeus kende dit boek goed en refereerde er meerdere keren naar in zijn Systema Naturae.

Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1758)
Ondersoorten

Pergesa porcellus (Linnaeus, 1758); Metopsilus porcellus (Linnaeus, 1758)

Actualiteiten

Ontdek meer

Blijf op de hoogte

Ontvang vlindernieuws

Soorten uit dezelfde familie pijlstaarten (SPHINGIDAE)

gestreepte pijlstaart
Hyles livornica

lindepijlstaart
Mimas tiliae

populierenpijlstaart
Laothoe populi

doodshoofdvlinder
Acherontia atropos

oleanderpijlstaart
Daphnis nerii

klein avondrood
Deilephila porcellus

alle soorten uit deze familie