Zeer zeldzaam. Wordt tegenwoordig alleen nog maar af en toe in Midden- en Oost-Nederland waargenomen. RL: ernstig bedreigd.
Voorvleugellengte: 13-16 mm. Lijkt veel op de voorjaarsboomspanner (A. aescularia), maar is grijsgeel van kleur. Er is weinig tekening op de voorvleugel en de dwarsband is slechts flauw getand. Het vrouwtje is vleugelloos.
Zie de voorjaarsboomspanner (A. aescularia).
voorjaarsboomspanner
Alsophila aescularia
GEOMETRIDAE: Alsophilinae
Half oktober-half december in één generatie; een enkele keer wordt in februari of maart een vlinder waargenomen uit een overwinterde pop.
Rups: april-juni. De soort overwintert als ei; een enkele keer als pop.
Eik, esdoorn en spaanse aak; ook andere loofbomen.
Oude en goed ontwikkelde loofbossen.
Zeer zeldzaam. Wordt tegenwoordig alleen nog maar af en toe in Midden- en Oost-Nederland waargenomen. RL: ernstig bedreigd.
Zeer zeldzaam; slechts weinig vindplaatsen maar wellicht over het hoofd gezien. Recent enkel waargenomen in Namen, vroeger ook bekend uit Luik en Luxemburg.
Van Noord-Spanje via Midden-Europa tot de Baltische staten. Niet in Scandinavië. In het oosten tot Oekraïne, in het zuiden Noord-Italië, Bulgarije en Albanië tot de Kaukasus.
De najaarsboomspanner leeft in boomrijke gebieden en de vliegtijd ligt in november/december dus ver in het najaar.
Alsophila: alsos is een bosje en philos is houden van. Dit geeft de habitat aan.
Word donateur
Steun De Vlinderstichting
blauwrandspanner
Plemyria rubiginata
oranje berkenspanner
Archiearis parthenias
gespikkelde korstmosspanner
Fagivorina arenaria
roomkleurige stipspanner
Scopula floslactata
smalvleugeldwergspanner
Eupithecia nanata
ogentroostspanner
Perizoma blandiata