Zeer algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: niet bedreigd.
Voorvleugellengte: 16-19 mm. Het mannetje van deze vroege voorjaarssoort is slank gebouwd. De langgerekte voorvleugels, die elkaar in rusthouding overlappen, zijn grijsbruin van kleur. De middenband op de voorvleugel wordt aan beide zijden begrensd door een donkere en een wittige getande dwarslijn. Is doorgaans weinig variabel. Het vleugelloze vrouwtje is goed te herkennen aan het tonvormige onbehaarde, effen gekleurde lichaam met een opvallend bruin haarbosje aan het uiteinde.
Tot 26 mm; heldergroen met een donkergroene lengtestreep over de rug en geelachtig witte lengtestrepen op beide flanken. Verschilt van de gewone spanrupsen door het bezit van een paar rudimentaire buikpoten aan segment acht.
Lijkt op de najaarsboomspanner (A. aceraria), die echter in het najaar vliegt. Het mannetje van de kleine voorjaarsspanner (Agriopis leucophaearia) heeft donkere golvende dwarslijnen en meestal een duidelijk lichter gekleurde middenband; bovendien overlappen de vleugels elkaar niet. Het vrouwtje van deze soort heeft een patroon van onvolledige donkere banden op het achterlijf en soms een witachtige rugstreep. Het vrouwtje van de voorjaars-spanner (Apocheima hispidaria) is behaard en het vrouwtje van de perentak (Phigalia pilosaria) heeft een dubbele donkere rugstreep. Het vrouwtje van de grote wintervlinder (Erannis defoliaria) is geelachtig met een bont donker vlekkenpatroon. De vrouwtjes van andere soorten hebben allen duidelijk zichtbare vleugelstompjes. Zie ook de grijze heispanner (Pachycnemia hippocastanaria). Zie ook de grijze heispanner (Pachycnemia hippocastanaria)
najaarsboomspanner
Alsophila aceraria
GEOMETRIDAE: Alsophilinae
grote wintervlinder
Erannis defoliaria
GEOMETRIDAE: Alsophilinae
kleine voorjaarsspanner
Agriopis leucophaearia
GEOMETRIDAE: Alsophilinae
voorjaarsspanner
Apocheima hispidaria
GEOMETRIDAE: Alsophilinae
perentak
Phigalia pilosaria
GEOMETRIDAE: Alsophilinae
Kleine wintervlinder (Operophtera brumata) en kleine voorjaarsspanner (Agriopis leucophaearia). De drie soorten kunnen massaal tegelijkertijd aanwezig zijn. De rupsen van de voorjaarsboomspanner zijn van de andere twee te onderscheiden door een onvolledig ontwikkeld paar poten aan het achtste lichaamssegment.
Lijkt ook op de geringde spikkelspanner (Cleora cinctaria), berkenspikkelspanner (Aethalura punctulata), meidoornspanner (Theria primaria) en late meidoornspanner (Theria rupicapraria).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
kleine wintervlinder
Operophtera brumata
GEOMETRIDAE: Alsophilinae
kleine voorjaarsspanner
Agriopis leucophaearia
GEOMETRIDAE: Alsophilinae
geringde spikkelspanner
Cleora cinctaria
GEOMETRIDAE: Alsophilinae
berkenspikkelspanner
Aethalura punctulata
GEOMETRIDAE: Alsophilinae
meidoornspanner
Theria primaria
GEOMETRIDAE: Alsophilinae
late meidoornspanner
Theria rupicapraria
GEOMETRIDAE: Alsophilinae
Begin februari-half april in één generatie. De mannetjes vliegen na het donker worden en komen goed op licht. De vrouwtjes kunnen ´s nachts lopend op de stam worden waargenomen en vroeg in de morgen rustend tegen de schors.
Rups: eind april-juni. De rupsen hebben een onvolledig ontwikkeld paar poten aan het achtste lichaamssegment en zijn daardoor te onderscheiden van andere spannerrupsen. De rups verpopt zich in de grond onder de waardplant in een losse cocon. De soort overwintert als pop.
Diverse loofbomen en struiken.
Vooral open bossen; ook struwelen, parken en tuinen.
Zeer algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: niet bedreigd.
Vrij algemeen in het hele land.
Van het noorden van het Iberisch Schiereiland via West- en Midden-Europa, inclusief de Britse eilanden tot in Zuid-Scandinavië, naar het oosten via de Balkan en Wit-Rusland tot de bosgebieden rond Pensa. In het zuiden het westelijk Middellandse Zeegebied, de Balkan, het noordelijk deel van de Zwarte Zee tot Armenië en Toerkmenistan.
De voorjaarsboomspanner leeft in boomrijke gebieden en de vliegtijd ligt heel vroeg in het jaar; eind april is de vliegtijd al nagenoeg voorbij.
Alsophila: alsos is een bosje en philos is houden van. Dit geeft de habitat aan.
aescularia: aesculus is monophaag op eik. In later tijden betrof dit ook paardenkastanje (Aesculus hippocastanum). Eik is een waardplant, paardenkastanje waarschijnlijk niet.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
korstmosspanner
Cleorodes lichenaria
gevlekte zomervlinder
Comibaena bajularia
dennendwergspanner
Eupithecia indigata
zwarte-w-vlinder
Macaria wauaria
kleine wortelhoutspanner
Electrophaes corylata
lichte blokspanner
Lobophora halterata