nazomeruil Ammoconia caecimacula

De nazomeruil, een zeldzame soort van de duinen en heiden, vliegt van begin augustus tot half november in één generatie.
Familie
uilen (NOCTUIDAE)
Onderfamilie
Hadeninae / Ammoconia caecimacula
Groep
Nachtvlinder die nachtactief is
Hoe moeilijk te herkennen
(goed tot redelijk goed te determineren)
Zeldzaamheid

Vrij zeldzaam. Een soort die vrijwel uitsluitend voorkomt in de duinen van Noord-Holland en op de Veluwe; lijkt achteruit te gaan. RL: ernstig bedreigd.

Rode lijst
ernstig bedreigd

Verspreiding
Vliegtijd
Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 20-23 mm. De grondkleur van de voorvleugel van deze uil varieert van licht okergeel tot grijsachtig bruin. Opvallende kenmerken zijn de grote bleke niervlek en het donkere vlak tussen de niervlek en de buitenste dwarslijn. Aan de buitenzijde van de binnenste dwarslijn is de aanzet zichtbaar van een korte zwarte tapvlek. Langs de achterrand van de vleugel bevindt zich een rij zwarte puntjes.

Gelijkende soorten vlinder

De kweekgrasuil (Apamea sordens) heeft een zwart wortelstreepje en vliegt eerder in het jaar.

kweekgrasuil
Apamea sordens
NOCTUIDAE: Hadeninae

Vliegtijd en gedrag

Begin augustus-half november in één generatie. De vlinders zijn actief vanaf de schemering en komen zowel op licht als op smeer.

Levenscyclus

Rups: april-juli. De jonge rupsen zijn groen en leven graag op de bloeiwijze van de waardplant; oudere rupsen zijn bruin, zijn vooral ´s nachts actief en blijven altijd in de buurt van de waardplant. De verpopping vindt plaats in de grond. De soort overwintert als ei.

Waardplanten

Diverse kruidachtige planten, waaronder zuring, paardenbloem, walstro en helmkruid.

Habitat

Duinen en open heiden.

Zeldzaamheid

Vrij zeldzaam. Een soort die vrijwel uitsluitend voorkomt in de duinen van Noord-Holland en op de Veluwe; lijkt achteruit te gaan. RL: ernstig bedreigd.

België

Uitgestorven in België. Kwam vroeger voor in Antwerpen, Limburg en nagenoeg alle Waalse provincies, maar in de meeste al voor 1980 verdwenen.

Mondiaal

Nagenoeg heel Europa met uitzondering van Zuid-Spanje, de Britse eilanden, Ierland en de noordhelft van Scandinavië. Klein-Azië en Noord-Azië tot West-Toerkestan.

Trend op lange en korte termijn
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) wordt hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Verspreiding in Nederland in vier perioden
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
voor 1950
1950 - 1979
1980 - 1999
2000 - feb 2016
Duitse naam
Graubraune Frühherbsteule
Franse naam
la Tache effacée , la Noctuelle aveugle
Synoniemen
Orthosia caecimacula
Toelichting Nederlandse naam

Deze uil heeft zijn vliegtijd in de nazomer (september/oktober).

Meer over Nederlandse namen

Auteursnaam en jaartal
(Denis & Schiffermüller, 1775)

Actualiteiten

Ontdek meer

Blijf op de hoogte

Ontvang vlindernieuws

Soorten uit dezelfde familie uilen (NOCTUIDAE)

puta-uil
Agrotis puta

zwartrandgrasuil
Apamea epomidion

goudvenstertje
Plusia festucae

dennenuil
Panolis flammea

katoendaguil
Helicoverpa armigera

bijvoetmonnik
Cucullia artemisiae

alle soorten uit deze familie