Zeer zeldzaam. Een trekvlinder waarvan slechts enkele waarnemingen bekend zijn.
Voorvleugellengte: 15-17 mm. Net als de verwante soorten houdt deze uil in rust de vleugels dakvormig omhoog. Op de bovenkant van het borststuk bevindt zich een opvallende kuif en verder naar achteren is een kleiner kuifje zichtbaar. Deze uil heeft een enigszins ruw aandoende, bruinachtig grijze of grijsachtig bruine voorvleugel met een paarsachtige tint. Midden op de voorvleugel bevindt zich een meestal in tweeën gedeelde zilverkleurige vlek, waarvan het gedeelte dat het dichtst bij de voorrand ligt witgerand is en de vorm heeft van een ingesnoerde n of soms een onvolledige 8. Deze witte omranding lijkt zich min of meer schuin in de richting van de voorrand voort te zetten. In de binnenrandhoek is een vaak onopvallende, lichte of witachtige vlek zichtbaar.
Zie de gamma-uil (Autographa gamma) en de schijn-gamma-uil (Syngrapha interrogationis).
schijn-gamma-uil
Syngrapha interrogationis
NOCTUIDAE: Plusiinae
gamma-uil
Autographa gamma
NOCTUIDAE: Plusiinae
Mei-begin oktober in twee generaties. De vlinders komen op licht en bezoeken bloemen.
Rups: juni-mei in twee generaties. De soort overwintert als rups.
Diverse kruidachtige planten, waaronder zeeraket, koolzaad, havikskruid, afrikaantjes en tomaat.
Deze trekvlinder kan op allerlei plaatsen worden waargenomen.
Zeer zeldzaam. Een trekvlinder waarvan slechts enkele waarnemingen bekend zijn.
Zeer zeldzaam. Een trekvlinder die na 1980 niet meer gezien is.
Een echte kosmopoliet. Tropen en subtropen over de hele aarde (Azië, Afrika, Australië, Amerika) en in de gematigde zones als trekvlinder. In Europa standvlinder in het zuidelijke Middellandse zeegebied. Nog frequent gesignaleerd in de Pyreneeën, de Alpen en de Karpaten. Meer naar het noorden kan ni de winters niet doorstaan. In veel jaren in Midden- en Noord-Europa (Midden-Engeland, Denemarken en Zuid-Finland) alleen door trekbewegingen.
Voor een verklaring van de soortnaam ni zie bij 'toelichting wetenschappelijke naam'.
Trichoplusia: thrix, trikhos is haar. Het is dus een harige Plusia, zie verder bij dat genus. Deze soort heeft flinke haarplukken op het abdomen.
ni: ni bestaat uit een nu en een iota; de niervlek lijkt opgebouwd uit deze twee Griekse letters.
Blijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
boksbaardvlinder
Amphipyra tragopoginis
maansikkeluil
Agrochola lunosa
geoogde w-uil
Lacanobia contigua
gewone grasuil
Luperina testacea
witvlekworteluil
Euxoa lidia
wollegras-uil
Celaena haworthii