hermelijnvlinder Cerura vinula

Familie

tandvlinders (NOTODONTIDAE)

Zeldzaamheid

Vrij zeldzaam. Wordt vooral waargenomen in de kustprovincies; komt elders in het land verspreid voor. RL: kwetsbaar.

Rode lijst

kwetsbaar

Meer foto's

Terug naar boven ^

Levenswijze

Vliegtijd en gedrag

Begin april-half augustus in één generatie. De vlinders komen op licht en gaan vaak zitten in de vegetatie naast de lichtval.

Levenscyclus

Rups: juni-september. De rups eet de bladstengels vaak helemaal kaal. De soort overwintert als pop in een zeer harde cocon die is verstevigd met door de rups fijngekauwde houtdeeltjes en die wordt vastgesponnen aan een boomstam of paaltje. De eieren worden afzonderlijk of met twee of drie tegelijk afgezet op de bovenkant van bladeren.

Verspreiding

Vliegtijd

Benaming

Engelse naam

Puss Moth

Duitse naam

Grosser Gabelschwanz

Franse naam

la Grande queue fourchue

Oud Nederlandse naam

grote hermelijnvlinder

Synoniemen

Dicranura vinula, Harpyia vinula, Cerura minax

Meer

Toelichting Nederlandse naam

Hermelijnvlinder is al een oude naam die ook al gebruikt wordt in 'Onze vlinders' van Ter Haar.
Voor een toelichting op de relatie met het zoogdiertje hermelijn zie Cerura erminea.

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

Cerura: keras is een hoorn en oura is een staart; naar de naschuivers van de rups die de vorm hebben van een staart. De hoorn slaat óf op de tweevoudige uitvoering van de staart óf op de chitine-bouwstof, of op beide.
vinula: vinula is een verkleinvorm van vinum is wijn. Dit heeft relatie met de kleur van het 'zadel' van de rups. Linnaeus nam deze naam over van Mouffet (zie ook bij D. porcellus).

Auteursnaam en jaartal

(Linnaeus, 1758)

Herkenning

Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 29-38 mm. Een grote behaarde grijsachtig witte tandvlinder met een aantal zwarte stippen op het borststuk en in het wortelveld van de voorvleugel. Langs de achterrand ligt een brede baan met meerdere onduidelijke, diep getande grijze dwarslijnen. Opvallend zijn de geelachtige aders in de voorvleugel. Het vrouwtje is over het algemeen groter dan het mannetje en heeft bovendien een grijze in plaats van een witachtige achtervleugel. Bij verstoring houden de vlinders zich dood.

Kenmerken rups

Tot 65 mm; zeer dik, versmald naar het achtereind, dat in twee lange staarten uitloopt; lichaam helder groen met een wit gezoomde, purperachtig zwarte, zadelvormige band over de rug, sterk versmald bij segment drie, dat een klein puntig bultje draagt; kop bruin met zwarte tekening. De jonge rupsen zijn zwartachtig bruin en hebben een paar opvallende oorachtige uitwassen achter de kop.

Gelijkende soorten vlinder

De witte hermelijnvlinder (C. erminea) is witter, mist de gele aders en heeft een opvallend zwart achterlijf. Tegen de voorrand nabij de vleugelwortel bevindt zich een zwart omrande, halve cirkel. De tekening van de gestippelde houtvlinder (Zeuzera pyrina) bevat uitsluitend stippels en geen dwarslijnen.

Gelijkende soorten rups

Witte hermelijnvlinder (Cerura erminea), berkenhermelijnvlinder (Furcula bicuspis), kleine hermelijnvlinder (Furcula furcula) en wilgenhermelijnvlinder (Furcula bifida).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).

Verspreiding in Nederland in vier perioden

Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.

Habitat

Open bossen, struwelen, heiden en duinen; soms ook tuinen.

Planten

Wilg en (ratel)populier.

Waardplant

Populier
Populus

Wilg
Salix

Tijdschriften

Soorten uit dezelfde familie tandvlinders (NOTODONTIDAE)

Alle soorten uit deze familie