snuitvlinder Pterostoma palpina

De snuitvlinder lijkt in rust op een stukje hout.
Familie
tandvlinders (NOTODONTIDAE)
Onderfamilie
Ptilodoninae / Pterostoma palpina
Groep
Nachtvlinder die nachtactief is
Hoe moeilijk te herkennen
(goed tot redelijk goed te determineren)
Zeldzaamheid

Zeer algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: gevoelig.

Rode lijst
gevoelig

Verspreiding
Vliegtijd
Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 18-25 mm. Deze tandvlinder heeft in rust een kenmerkend uiterlijk dat veel gelijkenis vertoont met een stukje hout. Het meest opvallend zijn de lange vooruitstekende, enigszins omhoog gerichte palpen en bij het mannetje het lange, in twee haarbosjes eindigende achterlijf. De smalle voorvleugel is grijsachtig geel met donkere aders en stippen en heeft vaak twee vage, sterk getande bruinachtige dwarsbanden. De kleur kan enigszins variëren. Op de rugzijde is in rusthouding een opvallend rechthoekige, donker gerande kam zichtbaar. De franje is soms geschulpt. De antennen zijn bij het mannetje tamelijk sterk geveerd en bij het vrouwtje slechts licht geveerd.

Kenmerken rups

Tot 42 mm; lichaam met zeer veel dwarsplooitjes; kleur groenachtig blauw met een witachtige zweem boven de spiracula; over de rug vier witachtige lengtestrepen en boven de spiracula een witte lengtestreep, die langs de bovenrand een zwarte zoom heeft; kop blauwachtig groen met aan weerszijden een zwarte streep.

Gelijkende soorten rups

Berkentandvlinder (Odontosia carmelita).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).

berkentandvlinder
Odontosia carmelita
NOTODONTIDAE: Ptilodoninae

Vliegtijd en gedrag

Begin april-begin september in twee generaties. De vlinders komen op licht, vooral het mannetje.

Levenscyclus

Rups: juni-september. De soort overwintert als pop in een cocon in de strooisellaag onder de waardplant.

Waardplanten

Vooral wilg en (ratel)populier.

Habitat

Bossen, struwelen, parken en tuinen.

Zeldzaamheid

Zeer algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: gevoelig.

Belgiƫ

Algemeen in het hele land.

Mondiaal

Van het Iberisch schiereiland via heel Europa tot Siberië, Midden- en Oost-Azië (Altaj en China). Naar het zuiden tot de noordkant van het Middellandse Zeegebied, inclusief Italië en de Balkan. Ook bij de Zwarte Zee en de Kaspische Zee. Naar het noorden via Scandinavië tot aan de poolcirkel.

Trend op lange en korte termijn
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) wordt hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Verspreiding in Nederland in vier perioden
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
voor 1950
1950 - 1979
1980 - 1999
2000 - feb 2016
Engelse naam
Pale Prominent
Duitse naam
Palpen-Zahnspinner
Franse naam
le Museau
Oud Nederlandse naam
snavelspinner
Synoniemen
ptilodontis palpina
Toelichting Nederlandse naam

Snuitvlinder is een al lang bestaande naam en wordt al gebruikt door Ter Haar in 'Onze vlinders'.
Snuit in de soortnaam wijst op de opvallende, in rust naar voren uitstekende palpen van deze vlinder.

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

Pterostoma: pteron is een veer en stoma is het uiteinde van een lange, dicht met schubben bezette palp, vroeger beschouwd als monddeel. Mcloed houdt het op de geveerde antenne.
palpina: palpus is de labiale lip die 'erg lang is, opgericht en zwaar bekleed met lange ruige schubben' (Meyrick, 1928).

Auteursnaam en jaartal
(Clerck, 1759)

Actualiteiten

Ontdek meer

Blijf op de hoogte

Ontvang vlindernieuws

Soorten uit dezelfde familie tandvlinders (NOTODONTIDAE)

kameeltje
Notodonta ziczac

pluimspinner
Ptilophora plumigera

kleine hermelijnvlinder
Furcula furcula

snuitvlinder
Pterostoma palpina

geelbruine tandvlinder
Notodonta torva

donkere wapendrager
Clostera pigra

alle soorten uit deze familie