Vrij zeldzaam. Komt verspreid over het hele land voor; op sommige vliegplaatsen talrijk. RL: kwetsbaar.
Voorvleugellengte: 8-10 mm. Het opvallendste kenmerk van deze grijze of bruinachtige grijze, zwak getekende dwergspanner is de zigzaggende witte golflijn die zich in de binnenrandhoek verbreedt tot een opvallende witte vlek; bij sommige vlinders is de golflijn gereduceerd tot een rij witte stippen. De langwerpige middenstip is meestal vaag of zelfs afwezig. De fijne dwarslijnen zijn vaak zwak geaccentueerd. Ook de achtervleugel heeft een witte vlek in de binnenrandhoek.
20-22 mm. Lijf fletsgroen met opduidelijke dunne grijsachtig groene lijnen op de rug en subdorsaal.
De gewone dwergspanner (E. vulgata) is groter en bruiner met een ruwere tekening en een ronde middenstip. Zie ook de bosrankdwergspanner (E. haworthiata) en de hengeldwergspanner (E. plumbeolata).
hengeldwergspanner
Eupithecia plumbeolata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
bosrankdwergspanner
Eupithecia haworthiata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
gewone dwergspanner
Eupithecia vulgata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
De rupsen van de Eupithecia-soorten lijken veel op elkaar. Bij determinatie kan de waardplant een handig hulpmiddel zijn.
Half april-begin augustus in één generatie. De vlinders vliegen vanaf de schemering en rusten vaak op bloemen.
Rups: juni-begin september. De rups zit vaak onbeschut op de bloeiwijze van de waardplant. De jonge rups eet van de bloemen, de volgroeide rups van de jonge vruchten van de waardplant. De soort overwintert als pop in de strooisellaag.
Echte valeriaan.
Vooral moerassen en andere natte open gebieden; soms vochtige bossen en plaatsen op iets drogere grond.
Vrij zeldzaam. Komt verspreid over het hele land voor; op sommige vliegplaatsen talrijk. RL: kwetsbaar.
Zeer zeldzaam in Vlaanderen. Verspreide vindplaatsen in de Kempen, Vlaams-Brabant en Oost-Vlaanderen. In Wallonië recent waargenomen in alle provincies, maar lokaal.
Van Frankrijk en de Britse eilanden via Midden-Europa tot Rusland; in het noorden tot Noord-Scandinavië naar het zuiden tot de zuidrand van de Alpen. Naar het zuidoosten tot Noord-Iran.
Alle soorten uit het Genus Eupithecia plus nog een aantal andere kleine spanners zijn samengebracht onder de groepsnaam dwergspanner.
Echte valeriaan is de waardplant van deze dwergspanner.
Eupithecia: eu is goed, goedig en pithex, pithekos is een dwerg. De vlinders hebben een aantrekkelijk uiterlijk en zijn klein. Haworth schrijft: mooie vlinders, als ze rusten zien ze er prachtig uit: de vleugels gespreid en vlak, elegant gedrukt tegen de ondergrond; eigenlijk helemaal ontworpen om ze in vlinderkasten te verzamelen.
Valerianata: Valeriana officinalis is echte valeriaan, de voedselplant van de rups.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
geelblad
Ennomos quercinaria
springzaadspanner
Ecliptopera capitata
vingerhoedskruiddwergspanner
Eupithecia pulchellata
ligusterblokspanner
Trichopteryx polycommata
voorjaarsdwergspanner
Eupithecia abbreviata
geelschouderspanner
Ennomos alniaria