gewone dwergspanner Eupithecia vulgata

Familie
spanners (GEOMETRIDAE)
Onderfamilie
Larentiinae / Eupithecia vulgata
Groep
Nachtvlinder die nachtactief is
Hoe moeilijk te herkennen
(moeilijk tot zeer moeilijk te determineren)
Zeldzaamheid

Algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: gevoelig.

Rode lijst
gevoelig

Verspreiding
Vliegtijd
Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 10-12 mm. Deze variabele dwergspanner heeft een vrij smalle voorvleugel met een gebogen voorrand. Het meest kenmerkend zijn de zeer kleine, maar meestal toch wel aanwezige middenstip op de roodachtig bruine voorvleugel en de vele fijne dwarslijntjes die gevormd worden door zwarte en witte vlekjes op de aders. De dwarslijnen zijn variabel in intensiteit en maken bij de voorrand meestal een duidelijke bocht. Kenmerkend zijn ook de witte golflijn en de witte vlek in de binnenrandhoek; bij vaag getekende of afgevlogen exemplaren blijft de golflijn vaak als laatste goed zichtbaar. Tussen de golflijn en de middenstip loopt een lichte band die vlak voor de voorrand een zigzagbocht maakt. Over de achtervleugel lopen eveneens dwarslijntjes en lijkt de witte golflijn van de voorvleugel te worden voortgezet. Langs de zijkant van het achterlijf bevinden zich zwarte vlekjes.

Kenmerken rups

22-23 mm. Lijf heeft verschillende tinten groen of lichtbruin met een serie donkerder uitgerekte ruitjes- of driehoekige vormen op de rug.

Gelijkende soorten vlinder

Zie de esdoorndwergspanner (E. inturbata), de valeriaandwergspanner (E. valerianata) en de drievlekdwergspanner (E. trisignaria).

valeriaandwergspanner
Eupithecia valerianata
GEOMETRIDAE: Larentiinae

drievlekdwergspanner
Eupithecia trisignaria
GEOMETRIDAE: Larentiinae

esdoorndwergspanner
Eupithecia inturbata
GEOMETRIDAE: Larentiinae

Gelijkende soorten rups

Grijze dwergspanner (Eupithecia subfuscata), oranje dwergspanner (Eupithecia icterata),witvlakdwergspanner (Eupithecia succenturiata) en meldedwergspanner (Eupithecia simpliciata).
De rupsen van de Eupithecia-soorten lijken veel op elkaar. Bij determinatie kan de waardplant een handig hulpmiddel zijn. Vergelijk daarnaast ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen en het habitat.

witvlakdwergspanner
Eupithecia succenturiata
GEOMETRIDAE: Larentiinae

grijze dwergspanner
Eupithecia subfuscata
GEOMETRIDAE: Larentiinae

meldedwergspanner
Eupithecia simpliciata
GEOMETRIDAE: Larentiinae

oranje dwergspanner
Eupithecia icterata
GEOMETRIDAE: Larentiinae

Vliegtijd en gedrag

Half maart-eind september in twee niet duidelijke gescheiden generaties. De vlinders vliegen vanaf de schemering en komen goed op licht.

Levenscyclus

Rups: mei-oktober. De rups leeft vooral op de afgevallen bladeren van de waardplant. De soort overwintert als pop in de strooisellaag.

Waardplanten

Vooral kruidachtige planten, maar ook houtige planten en loofbomen.

Habitat

(Volks)tuinen, struwelen, moerassen, heiden, bossen en verwaarloosde stukjes grond.

Zeldzaamheid

Algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: gevoelig.

België

Vrij algemeen in het hele land.

Mondiaal

West- en Midden-Europa via Rusland tot ver in Azië. In Scandinavië tot hoog in het noorden (Lapland); in het zuiden tot Noord-Afrika en Klein-Azië.

Trend op lange en korte termijn
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) wordt hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Verspreiding in Nederland in vier perioden
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
voor 1950
1950 - 1979
1980 - 1999
2000 - feb 2016
Engelse naam
Common Pug
Duitse naam
Fallaub-Blütenspanner
Franse naam
l'Eupithécie austère
Synoniemen
Tephroclystia vulgata
Toelichting Nederlandse naam

Alle soorten uit het Genus Eupithecia plus nog een aantal andere kleine spanners zijn samengebracht onder de groepsnaam dwergspanner.
Deze dwergspanner is waarschijnlijk de gewoonste in ons land.

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

Eupithecia: eu is goed, goedig en pithex, pithekos is een dwerg. De vlinders hebben een aantrekkelijk uiterlijk en zijn klein. Haworth schrijft: mooie vlinders, als ze rusten zien ze er prachtig uit: de vleugels gespreid en vlak, elegant gedrukt tegen de ondergrond; eigenlijk helemaal ontworpen om ze in vlinderkasten te verzamelen.
Vulgata: vulgus is gewoon; gewone dwergspanner.

Auteursnaam en jaartal
(Haworth, 1809)

Actualiteiten

Ontdek meer

Blijf op de hoogte

Ontvang vlindernieuws

Soorten uit dezelfde familie spanners (GEOMETRIDAE)

oostelijke spanner
Chariaspilates formosaria

springzaadbandspanner
Xanthorhoe biriviata

halvemaanvlinder
Selenia tetralunaria

dennendwergspanner
Eupithecia indigata

vierbandspanner
Xanthorhoe ferrugata

hopdwergspanner
Eupithecia assimilata

alle soorten uit deze familie