Zeer zeldzaam. Van deze soort zijn verspreid over het land slechts enkele recente waarnemingen bekend; de enige recente waarneming dateert uit 2012 in IJmuiden.
Voorvleugellengte: 14-16 mm. Op de gelijkmatig grijze voorvleugel is weinig tekening te zien; de uilvlekken en de dwarslijnen zijn onopvallend. Vooral het ontbreken van de zwarte wortelstreep vormt een belangrijk onderscheid met de meeste andere Acronicta-soorten.
Tot 36 mm; lichaam met haarborstels, die op de rug lichtbruin en op de flanken witachtig zijn; lichaamskleur donkergrijs met op de rugzijde van segment twee een opvallende, rode dwarsband; over de rug een dubbele rij grote, lichtgele vlekken; onder de lijn van de witte spiracula een bleek rode lengteband; kop glimmend zwart.
Het bont schaapje (A. aceris) is groter en heeft donkere aders op de achtervleugel.
bont schaapje
Acronicta aceris
NOCTUIDAE: Acronictinae
Eind april-half augustus in twee generaties. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken ´s nachts bloemen; overdag rusten ze op een boomstam, muur of paaltje.
Rups: juni-augustus. De soort overwintert als pop in een cocon op de grond of in een spleet in een muur; bij voorkeur in een vochtige omgeving.
Diverse kruidachtige planten, stuiken en loofbomen, waaronder cipreswolfsmelk, wilde gagel, moerasspirea, struikhei, bosbes, weegbree, kruiskruid, braam, berk en wilg.
Vooral moerasachtige gebieden en heiden.
Zeer zeldzaam. Van deze soort zijn verspreid over het land slechts enkele recente waarnemingen bekend; de enige recente waarneming dateert uit 2012 in IJmuiden.
Zeer zeldzaam. Geen recente meldingen uit België. Vroeger bekend uit de Limburgse Kempen en Namen, maar daar recent niet meer gezien.
In Europa een zeer lokale verbreiding. Naar het noorden tot de Shetland-eilanden, Midden-Scandinavië (in Noord-Zweden en in Noord-Finland tot boven de poolcirkel) en Karelië. Naar het zuiden tot Zuid-Spanje - soms in Marokko - en Griekenland verder naar Klein-Azië, Libanon, de Karpaten, de Kaukasus en Noord-Iran naar Midden- en Noord-Azië en verder tot Oost-Siberië (volgens Draudt, 1950) en China.
Voor een toelichting op de Nederlandse naam zie 'toelichting wetenschappelijke naam'.
Acronicta: akronux is het vallen van de avond. Waarschijnlijk heeft deze naam dezelfde strekking als Noctua, in de nacht. Dit genus heeft immers geen enkele binding met de avondschemering.
euphorbiae: Euphorbia is het plantengeslacht wolfsmelk; een aantal van de soorten binnen dit plantengeslacht zijn voedselplanten van deze soort.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
spitsvleugelgrasuil
Mythimna straminea
nunvlinder
Orthosia gothica
late heide-uil
Xestia agathina
agaatvlinder
Phlogophora meticulosa
donkere aarduil
Spaelotis ravida
tweekleurige heremietuil
Ipimorpha subtusa