Zeldzaam. Komt lokaal voor in de duinen en op de zandgronden in het binnenland. RL: ernstig bedreigd.
Voorvleugellengte: 14-18 mm. De grondkleur van de voorvleugel is gelijkmatig bruinachtig grijs tot roodachtig bruin. Langs de voorrand ligt een lichte strook, die vooral opvallend is bij het mannetje en die in het middenveld geflankeerd wordt door een zwart wigvormig vlak waarin de ringvlek en de niervlek zijn opgenomen. De buitenste dwarslijn loopt dicht langs de niervlek of vloeit daarmee samen. Het zoomveld is effen donker gekleurd.
Bij de graanworteluil (E. tritici) maakt de buitenste dwarslijn een tamelijk wijde boog om de niervlek heen en in het zoomveld bevinden zich vaak opvallende donkere pijlvlekken. Beide soorten zijn echter zeer variabel en in sommige gevallen is genitaliënonderzoek nodig voor het bepalen van de soort. Zie ook de variabele worteluil (E. cursoria).
graanworteluil
Euxoa tritici
NOCTUIDAE: Noctuinae
variabele worteluil
Euxoa cursoria
NOCTUIDAE: Noctuinae
Graanworteluil (Euxoa tritici), rookkleurige worteluil (Euxoa nigricans), variabele worteluil (Euxoa cursoria), witvlekworteluil (Euxoa lidia), grijze worteluil (Agrotis cinerea), bonte worteluil (Agrotis vestigialis), puta-uil (Agrotis puta), gewone velduil (Agrotis segetum), grote worteluil (Agrotis ipsilon), geoogde worteluil (Agrotis clavis), duinworteluil (Agrotis ripae) en gewone worteluil (Agrotis exclamationis).
Let op: de rupsen van de Euxoa- en de Agrotis-soorten zijn erg moeilijk uit elkaar te houden.
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
graanworteluil
Euxoa tritici
NOCTUIDAE: Noctuinae
rookkleurige worteluil
Euxoa nigricans
NOCTUIDAE: Noctuinae
variabele worteluil
Euxoa cursoria
NOCTUIDAE: Noctuinae
witvlekworteluil
Euxoa lidia
NOCTUIDAE: Noctuinae
grijze worteluil
Agrotis cinerea
NOCTUIDAE: Noctuinae
bonte worteluil
Agrotis vestigialis
NOCTUIDAE: Noctuinae
duinworteluil
Agrotis ripae
NOCTUIDAE: Noctuinae
geoogde worteluil
Agrotis clavis
NOCTUIDAE: Noctuinae
grote worteluil
Agrotis ipsilon
NOCTUIDAE: Noctuinae
gewone velduil
Agrotis segetum
NOCTUIDAE: Noctuinae
gewone worteluil
Agrotis exclamationis
NOCTUIDAE: Noctuinae
puta-uil
Agrotis puta
NOCTUIDAE: Noctuinae
Begin juli-half september in één generatie. De vlinders bezoeken bloemen van kruiskruid en struikhei en komen op smeer en op licht.
Rups: september-juni. De rups leeft op de onderste delen en de wortels van de waardplant en verbergt zich overdag in de grond. De soort overwintert als rups of soms als ei.
Diverse kruidachtige planten, waaronder walstro en geel zonneroosje; ook grassen.
Open zandige, heuvelachtige terreinen met spaarzame lage vegetatie.
Zeldzaam. Komt lokaal voor in de duinen en op de zandgronden in het binnenland. RL: ernstig bedreigd.
Zeer zeldzaam. Recent enkel waargenomen in Limburg en Vlaams-Brabant. Vroeger ook gekend uit het zuiden van het land, maar daar recent niet meer gezien.
Heel Europa en oostwaarts tot Oost-Azië. In het noorden de Britse eilanden, Zuid-Scandinavië tot Rusland. In het zuiden het hele Middellandse Zeegebied, Voor-Azië en Midden-Azië.
De Agrotis- en Euxoa-soorten werden samengevoegd onder de groepsnaam worteluil. De rupsen hebben een relatie met plantenwortels.
Deze worteluil heeft een aantal opvallende zwarte delen op de voorvleugels, maar het alleenrecht op die zwarte vlekken heeft deze E. obelisca zeker niet.
Euxoa: euxoos is goed gepoetst; dit zou naar de achtervleugel verwijzen.
obelisca: obeliscus is een klein (braad)spit. Dit wijst naar de zwarte veeg op de voorvleugel, die via de stigmata naar de vleugelbasis wijst en die in een punt eindigt.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
blauwvleugeluil
Peridroma saucia
bruine grasuil
Rhyacia simulans
kleine huismoeder
Noctua interjecta
zwart weeskind
Mormo maura
moerasplantenboorder
Globia algae
kastanjebruine uil
Xestia castanea