Algemeen. Komt verspreid over het hele land voor; heeft een voorkeur voor vochtige gebieden. RL: niet bedreigd.
Voorvleugellengte: 16-21 mm. EDe voor- en achtervleugel van dit eenstaartje zijn bruin en hebben ongeveer dezelfde kleur; verse vlinders hebben soms een sterke lila tint. Evenals bij de berkeneenstaart (D. falcataria) is van de vele dwarslijnen de buitenste dwarslijn het meest opvallend, en karakteristiek doordat deze richting de vleugelpunt loopt. Kenmerkend is dat de lijn zich op de achtervleugel lijkt voor te zetten. Op de achtervleugel bevindt zich een relatief kleine donkere vlek, met daarnaast één of soms twee kleinere vlekjes.
Zie de berkeneenstaart (D. falcataria) en de linde-eenstaart (Sabra harpagula).
Bekijk de gedetailleerde verschillen met illustraties tussen de twee Drepana-soorten.
linde-eenstaart
Sabra harpagula
DREPANIDAE: Drepaninae
berkeneenstaart
Drepana falcataria
DREPANIDAE: Drepaninae
Berkeneenstaart (Drepana falcataria). De scheiding tussen de donkere bovenkant en groene zijkant is bij berkeneenstaart scherp en contrastrijk, bij bruine eenstaart is die scheiding wat diffuus.
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
berkeneenstaart
Drepana falcataria
DREPANIDAE: Drepaninae
Half april-eind augustus in twee generaties. Zowel de mannetjes als de vrouwtjes zijn ´s nachts actief en komen op licht.
Rups: mei-begin oktober. De soort overwintert als pop tussen bladeren.
Els en berk.
(Broek)bossen met els of berk.
Algemeen. Komt verspreid over het hele land voor; heeft een voorkeur voor vochtige gebieden. RL: niet bedreigd.
Vrij algemeen. Vooral wijdverbreid in het oosten van het land. Breidt zich uit in het westen; zeer zeldzaam in West-Vlaanderen.
Van Noord-Spanje via West-Europa (niet op de Britse eilanden), Midden-Europa en de Noord-Balkan, alsmede delen van Noord-Europa, de Baltische staten en Rusland tot Oost-Azië, Korea en Japan. Op de Balkan in het noorden van het vroegere Joegoslavië, Hongarije en Roemenië. Zou in de Alpen en zuidelijk van de Alpen ontbreken. In Scandinavië tot de 64e breedtegraad. Volgens Schmidt (1991) zouden er ook meldingen uit Portugal zijn.
De rupsen van de Drepaninae hebben een puntvormig uiteinde: het eenstaartje.
Bruine eenstaart is een oude naam en de vlinder is inderdaad bruin.
Drepana: drepanon is een hoek in de vorm van een sikkel hetgeen natuurlijk met de vleugelvorm te maken heeft.
curvatula: curvatula is een verkleinwoord van curvatura en betekent een buiging, een bocht; ook hier wordt verwezen naar de vorm van de voorvleugels.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
braamvlinder
Thyatira batis
witte eenstaart
Cilix glaucata
tweestip-orvlinder
Ochropacha duplaris
gele eenstaart
Watsonalla binaria
eiken-orvlinder
Cymatophorina diluta
peppel-orvlinder
Tethea ocularis