Van deze zwerver zijn slechts enkele waarnemingen bekend. De laatste dateert uit 1919 in Bussum.
Voorvleugellengte: 12-13 mm. Dit visstaartje heeft dezelfde karakteristieke vleugelvorm als de variabele eikenuil (N. revayana). De voorvleugel heeft een bont patroon van zwartachtige, donkergrijze, bruine en witte kleuren. De vleugelwortel en het middenveld zijn altijd nagenoeg donker van kleur, de tussenliggende zone en het zoomveld hebben een variabele, zwartachtige vlekkerige tekening en donkere spikkeling op een lichte, vaak witte ondergrond.
Zie de variabele eikenuil (N. revayana).
variabele eikenuil
Nycteola revayana
NOLIDAE: Chloephorinae
Deze soort heeft twee generaties en vliegt van half juni-begin juli en vanaf eind juli, via de overwintering, tot in mei.
Rups: juli-augustus en mei-begin juni. De soort overwintert als vlinder.
Wilg.
Bosranden, open plekken in het bos, struwelen en rivieroevers.
Van deze zwerver zijn slechts enkele waarnemingen bekend. De laatste dateert uit 1919 in Bussum.
Deze soort komt niet in België voor.
Ssp. eurasiatica (Dufay, 1961) vliegt van Oost-Azië (Japan) tot Oost-Europa (Baltische staten, Oost-Pruisen). Ssp. degenerana leeft in grote delen van Midden- en Noord-Europa, maar overal zeer lokaal: Roemeense Karpaten, Polen, Duitsland, Denemarken, Zuid-Noorwegen, Zuid- en Midden-Zweden, Midden-Finland, Oostenrijk, Zwitserland, Noord-Italië, Oost-Frankrijk (Vogezen, Rhône, Savoie), maar ontbreekt in het Middellandse zeegebied. Het voorkoemn in Groot-Britannië moet nog worden vastgesteld; er is slechts één zeker bewijsstuk voor handen (Brethertotn, Goater & Lorimer, 1983) zoals trouwens ook van andere gebieden slechts enkele bewijsstukken beschikbaar zijn. In het van het hoofdareaal gescheiden gebied van Zuidwest-Frankrijk (Pyreneeën, Landes, Gironde) vliegt ssp. hesperica (Dufay, 1958).
De vlinder van deze soort heeft weliswaar een eenvoudige kleurstelling maar de tekening is heel fraai. De enige waardplant is wilg.
Nycteola: nux, nuxtos is nacht en eos is dageraad. De soort vliegt in de vroege achtend. Het is ook mogelijk dat de uitgang -eola gezien moet worden als een niet alledaagse verkleiningsvorm.
degenerana: degener is uit de race stappen. Hübner beschreef deze soort als een tortrix (-ana) en mogelijk zag hij ook wel in dat dat eigenlijk niet juist was.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
kleine groenuil
Earias clorana
licht visstaartje
Nola aerugula
grote groenuil
Bena bicolorana
bremvisstaartje
Nola holsatica
zilveren groenuil
Pseudoips prasinana
klein visstaartje
Nola cucullatella