Zeldzaam. Komt lokaal voor op de zandgronden in het binnenland. RL: gevoelig.
Voorvleugellengte: ♂ 12-15 mm. Het mannetje van deze soort lijkt veel op die van de andere Orgyia-soorten, maar is kleiner en egaler van kleur. De witte vlek in de binnenrandhoek is vrij klein. Langs de voorrand van de voorvleugel liggen vaak witachtige vlekjes. Het vleugelloze vrouwtje is licht van kleur en kort behaard.
Zie de hoekstipvlinder (O. recens) en de witvlakvlinder (O. antiqua).
hoekstipvlinder
Orgyia recens
EREBIDAE: Lymantriinae
witvlakvlinder
Orgyia antiqua
EREBIDAE: Lymantriinae
Witvlakvlinder (Orgyia antiqua), hoekstipvlinder (Orgyia recens) en moerasspinner (Laelia coenosa).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
moerasspinner
Laelia coenosa
EREBIDAE: Lymantriinae
hoekstipvlinder
Orgyia recens
EREBIDAE: Lymantriinae
witvlakvlinder
Orgyia antiqua
EREBIDAE: Lymantriinae
Begin juli-eind augustus in één generatie. De vlinders nemen geen voedsel op. De mannetjes zijn overdag actief, de vleugelloze vrouwtjes blijven in hun cocon waarin zij ook de eieren afzetten.
Rups: mei-augustus. De rups verpopt zich in een opvallende gele cocon op de waardplant. De eieren worden afgezet in de cocon en overwinteren daarin.
Struikhei, dophei en wilde gagel.
Heiden.
Zeldzaam. Komt lokaal voor op de zandgronden in het binnenland. RL: gevoelig.
Zeer zeldzaam. Recent slechts van enkele vindplaatsen uit de Antwerpse en Limburgse Kempen bekend. In Wallonië beperkt tot de Hoge Venen.
Komt voor van België, Nederland, Denemarken, Zuidwest-Zweden via Finland en Rusland tot in China en in een enclave in de noordelijke Balkan.
Ontbreekt in Groot-Brittannië en Ierland.
Net als de witvlakvlinder heeft ook de heidewitvlakvlinder lichte vlekjes op de voorvleugel. De vlekjes zitten zelfs op dezelfde plaats, ze zijn echter veel minder opvallend.
Dit is een soort die in heidegebieden thuis is.
Orgyia: orguia is strict genomen het bereik van uitgestrekte armen, een basisgrootheid; hier worden de uitgestrekte armen zelf bedoeld, naar de houding van de rustende vlinder, met de voorpoten naar voren uitgestrekt.
Actualiteiten
Ontdek meerWord donateur
Steun De Vlinderstichting
rondvleugelbeertje
Thumatha senex
muisbeertje
Pelosia muscerda
wit weeskind
Catephia alchymista
moerasspinner
Laelia coenosa
kleine beer
Phragmatobia fuliginosa
nonvlinder
Lymantria monacha