moerasspinner Laelia coenosa

Bij de mannetjes van de moerasspinner vallen de sterk geveerde zwarte antennen en de lichte voorvleugels op.
Familie
spinneruilen (EREBIDAE)
Onderfamilie
Lymantriinae / Laelia coenosa
Groep
Nachtvlinder die nachtactief is
Hoe moeilijk te herkennen
(goed tot redelijk goed te determineren)
Zeldzaamheid

Zeer zeldzaam. Alleen bekend van enkele plekken in Noord-Brabant. RL: ernstig bedreigd.

Rode lijst
ernstig bedreigd

Verspreiding
Vliegtijd
Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 16-21 mm. De sterk geveerde, opvallend zwarte antennen en de bleke bruingele voorvleugel van het mannetje vormen een kenmerkende combinatie. De enige tekening op de voorvleugel bestaat uit een gebogen rij vage zwartachtige stipjes vlak bij de binnenrandhoek. Het vrouwtje heeft een ongetekende witte voorvleugel en ongeveerde antennen.

Kenmerken rups

Tot 35 mm; lichaam vuilokerachtig bruin, bedekt met okerkleurige haarborstels, die op kleine wratjes staan ingeplant; de segmenten vier tot zeven elk met een haarborstel op het midden van de rug; segment een met een paar naar voren wijzende borstels van gepluimde zwarte haren en segment elf met een identieke haarborstel, die op het midden van de rug staat en naar achteren wijst; kop bruin.

Gelijkende soorten vlinder

De satijnvlinder (Leucoma salicis) is groter, heeft een zijdeachtige glans en wit met zwart geringde poten. De bastaardsatijnvlinder (Euproctis chrysorrhoea) en de donsvlinder (Euproctis similis) zijn kleiner en hebben een zijdeachtig uiterlijk. Zie ook de zwarte-l-vlinder (Arctornis l-nigrum).

zwarte-l-vlinder
Arctornis l-nigrum
EREBIDAE: Lymantriinae

satijnvlinder
Leucoma salicis
EREBIDAE: Lymantriinae

bastaardsatijnvlinder
Euproctis chrysorrhoea
EREBIDAE: Lymantriinae

donsvlinder
Euproctis similis
EREBIDAE: Lymantriinae

Gelijkende soorten rups

Witvlakvlinder (Orgyia antiqua), heidewitvlakvlinder (Orgyia antiquoides) en hoekstipvlinder (Orgyia recens).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).

witvlakvlinder
Orgyia antiqua
EREBIDAE: Lymantriinae

hoekstipvlinder
Orgyia recens
EREBIDAE: Lymantriinae

heidewitvlakvlinder
Orgyia antiquoides
EREBIDAE: Lymantriinae

Vliegtijd en gedrag

Eind juni-eind augustus in één generatie; in sommige warme gebieden soms twee generaties. De mannetjes komen op licht en gaan vaak in de vegetatie in de buurt van de lamp zitten.

Levenscyclus

Rups: augustus-juni. De soort overwintert als halfvolgroeide rups in de vegetatie in de buurt van de waardplant.

Waardplanten

Riet, galigaan en grote egelskop.

Habitat

Moerasachtige gebieden.

Zeldzaamheid

Zeer zeldzaam. Alleen bekend van enkele plekken in Noord-Brabant. RL: ernstig bedreigd.

België

Zeer zeldzaam. Komt enkel zeer lokaal voor in de Limburgse Kempen.

Mondiaal

De moerasspinner komt voor in het palearctisch gebied van Noord-Afrika tot aan Japan. In Europa komt de moerasspinner vooral voor in het gebied rond de Middellandse Zee. De dichtstbijzijnde populaties bevinden zich in Noord-Frankrijk en Noord-Duitsland.

Trend op lange en korte termijn
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) wordt hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Verspreiding in Nederland in vier perioden
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
voor 1950
1950 - 1979
1980 - 1999
2000 - feb 2016
Franse naam
le Liparis du rubanier, le Liparis des marais, le Liparis sali
Oud Nederlandse naam
galigaanspinner
Toelichting Nederlandse naam

De moerasspinner hoort niet bij de spinners (Lasiocampidae), maar ook de rupsen van de donsvlinders (Lymantriidae) zijn zeer actieve spinners. Zowel de Nederlandse als de wetenschappelijke soortnaam wijst op de habitat van deze soort: moerasachtige gebieden.

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

Laelia: Laelia is de naam van een Vestaalse maagd. Stephens geeft verder geen verklaring maar de bleke, onbevlekte vleugels kunnen kuisheid hebben gesuggereerd.
coenosa: coenosos is moerassig, naar de habitat van de vlinder.

Auteursnaam en jaartal
(Hübner, 1808)

Actualiteiten

Ontdek meer

Blijf op de hoogte

Ontvang vlindernieuws

Soorten uit dezelfde familie spinneruilen (EREBIDAE)

stro-uiltje
Rivula sericealis

klein muisbeertje
Pelosia obtusa

bruine daguil
Euclidia glyphica

glad beertje
Eilema griseola

populierenweeskind
Catocala elocata

stippelsnuituil
Macrochilo cribrumalis

alle soorten uit deze familie