kadeni-stofuil Caradrina kadenii

Familie
uilen (NOCTUIDAE)
Onderfamilie
Hadeninae / Caradrina kadenii
Groep
Nachtvlinder die nachtactief is
Hoe moeilijk te herkennen
(goed op gelijkende soorten letten)
Zeldzaamheid

Zeldzaam. Deze trekvlinder is in 2006 voor het eerst in Nederland vastgesteld en wordt sindsdien jaarlijks gezien, vooral in Zeeland en Limburg. De verwachting is dat het aantal waarnemingen van deze uil de komende jaren verder zal toenemen.

Rode lijst
nieuwkomer

Verspreiding
Vliegtijd
Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 12-15 mm. De voorvleugels van deze stofuil zijn lichtgrijs en grotendeels ongetekend. Het opvallendste kenmerk is de smalle donkere niervlek; deze is van binnen bruin/grijs en heeft een dikke roodbruin met zwartachtige rand. Aan de omtrek ervan bevinden zich vele, grotendeels aaneengesloten geelachtig witte stipjes. De ringvlek is niet meer dan een donkere stip of nagenoeg onzichtbaar. Van de golflijn is meestal slechts het middendeel aan de binnenzijde afgezet met onduidelijke bruine pijlvlekken. De achtervleugel is (grijsachtig) wit met zeer vaag donker beschaduwde aders; bij het vrouwtje is dit in sterkere mate het geval en is ook de zoom langs de franjelijn donker.

Gelijkende soorten vlinder

De huisuil (C. clavipalpis) heeft een iets minder smalle, vrij kromme niervlek waarvan vooral de binnenste lob opvallend zwartachtig gekleurd is; de rest van de niervlek is meer geelbruin van kleur en langs de randen liggen doorgaans slechts enkele losliggende witte puntjes. Bovendien is de gehele golflijn aan de binnenzijde afgezet met onduidelijke geelbruine pijlvlekken. Bij de huisuil heeft de grijsachtig witte vleugel ook bij het mannetje donker beschaduwde aders en een donkere zoom langs de franjelijn.

Vliegtijd en gedrag

Mei-juni en september-oktober in twee generaties. De vlinders komen op licht.

Levenscyclus

Rups: juni-juli en oktober-april. De soort overwintert als rups.

Waardplanten

Diverse kruidachtige planten.

Habitat

Warme open, zandige plaatsen, in de duinen en langs bosranden; ook in tuinen.

Zeldzaamheid

Zeldzaam. Deze trekvlinder is in 2006 voor het eerst in Nederland vastgesteld en wordt sindsdien jaarlijks gezien, vooral in Zeeland en Limburg. De verwachting is dat het aantal waarnemingen van deze uil de komende jaren verder zal toenemen.

Belgiƫ

Vrij zeldzaam. Een trekvlinder die in wisselende aantallen wordt waargenomen. Voor de eerste maal in 2006 gezien.

Mondiaal

Zuid-Europa van Noordoost-Spanje en Zuid-Frankrijk via Italië tot op de Balkan en verder in Zuid-Rusland en Klein-Azië. Naar het noorden tot in de zuidelijke Alpendalen, het Oosten van Oostenrijk, Zuidelijk Slowakije en Roemenië. In het zuiden is de verspreiding onduidelijk wegens verwisseling met Platyperigea proxima. Waarschijnlijk loopt de grens daar over Sicilië, Zuid-Italië en Griekenland tot Libanon.

Trend op lange en korte termijn
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) wordt hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Verspreiding in Nederland in vier perioden
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
voor 1950
1950 - 1979
1980 - 1999
2000 - feb 2016
Synoniemen
Platyperigea kadenii
Toelichting Nederlandse naam

Stofuilen hebben een vale zandkleur. De vleugelschubben laten makkelijk los en na het vastpakken van de vlinder blijft een stofvlekje op de vingers achter.
Kadeni werd overgenomen van de wetenschappelijke naam.

Meer over Nederlandse namen

Auteursnaam en jaartal
(Freyer, 1836)

Nieuws

Tijdschriften

Soorten uit dezelfde familie uilen (NOCTUIDAE)

vlasbekuiltje
Calophasia lunula

gele duinrietboorder
Photedes fluxa

spitsvleugelgrasuil
Mythimna straminea

schijn-gamma-uil
Syngrapha interrogationis

geoogde worteluil
Agrotis clavis

zuringuil
Acronicta rumicis

alle soorten uit deze familie