Vrij zeldzaam. Komt vooral voor in de duinen en lokaal op de zandgronden in het binnenland; op sommige vliegplaatsen algemeen. Er zijn vrijwel geen waarnemingen bekend uit de noordoostelijke provincies en Zeeland. RL: bedreigd.
Voorvleugellengte: 13-15 mm. De grondkleur van de voorvleugel is voornamelijk lichtbruin. Opvallend zijn het smalle donkerbruine bandje in de vleugelwortel en de donkere streep langs de binnenzijde van de middenband. De witachtige middenzone van deze middenband is vrij variabel. De buitenste zone van de middenband, die bij de voorrand van de vleugel donkerbruin is en in de richting van de binnenrand steeds lichter wordt, wordt begrensd door een grillige zwarte lijn. Deze lijn heeft bij de voorrand een zwartgerand scherp uitsteeksel en gaat daarna over in een diepe ronde uitstulping, die lijkt op een donkere maanvormige vlek. Ook bij afgevlogen exemplaren blijft dit kenmerk goed zichtbaar. De achtervleugel is lichtbruinachtig wit met een donkere zoom.
De roodbruine walstrospanner (Catarhoe rubidata) is altijd roodachtig roze van kleur, ook bij afgevlogen exemplaren. Zie ook de getekende rozenspanner (Anticlea derivata). Afgevlogen exemplaren van de koolbandspanner (Xanthorhoe designata) missen altijd de zwarte maanvormige vlek bij de voorrand.
getekende rozenspanner
Anticlea derivata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
roodbruine walstrospanner
Catarhoe rubidata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
koolbandspanner
Xanthorhoe designata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
Half april-begin september in twee generaties. De vlinders kunnen overdag opgejaagd worden van de waardplant. Ze vliegen vanaf de schemering en komen op licht.
Rups: juli-oktober. De rups is overdag soms zonnend waar te nemen. De soort overwintert als pop in een losse cocon, soms in de strooisellaag maar meestal dieper in de grond.
Wilde en gekweekte zuurbes.
Struwelen langs akkers en graslanden, duinen, bosranden en tuinen.
Vrij zeldzaam. Komt vooral voor in de duinen en lokaal op de zandgronden in het binnenland; op sommige vliegplaatsen algemeen. Er zijn vrijwel geen waarnemingen bekend uit de noordoostelijke provincies en Zeeland. RL: bedreigd.
Zeldzaam. In Vlaanderen nagenoeg beperkt tot de oostelijke provincies, waar de soort wijdverbreid is (vooral in tuinen). Zeldzamer in Wallonië; ontbreekt in Henegouwen.
Van Marokko (ssp. mauritanica Reisser, 1933) en Spanje tot Engeland; in het noorden tot Zuid-Scandinavië en de Baltische staten. Wijdverbreid in Midden-Europa; in het zuiden: het westelijke Middellandse Zeegebied, de Balkan, Klein-Azië en de Kaukasus. Ook gemeld uit de middenaziatische gebergten en uit het Oessoeri-gebied.
Berberisspanner is een al lang bestaande naam die al gebruikt wordt door Ter Haar in 'Onze vlinders' (begin vorige eeuw).
Berberissoorten, ook de gekweekte, zijn de waardplanten van deze spanner. Ook de wetenschappelijke naam verwijst naar de zuurbes.
Pareulype: para is naast, belangrijke relatie; het genus Eulype: eu is goed en lupe is pijn, smart. Pareulype staat dus naast veel pijn, naast of vlakbij R. hastata.
berberata: Berberis vulgaris, zuurbes, is de waardplant.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
berkenwintervlinder
Operophtera fagata
meidoornspanner
Theria primaria
roestige stipspanner
Idaea inquinata
puntige zoomspanner
Epione repandaria
gewone spikkelspanner
Ectropis crepuscularia
witroze stipspanner
Scopula emutaria