Algemeen. Komt verspreid over het land voor; de meeste waarnemingen komen uit het zuidwesten van het land. RL: kwetsbaar.
Voorvleugellengte: 15-17 mm. De voorvleugel van deze uil is grijs, soms enigszins violet of roze getint, met een zilvergrijs wortelveld; het zoomveld is over het algemeen lichter van kleur dan het meestal zwartachtige middenveld. De uilvlekken zijn zwart omlijnd; de ringvlek is samengevloeid met een ‘tweede ringvlek’ en is daardoor groter dan de niervlek. De zwarte centrale dwarslijnen zijn soms afgezet met een roodachtig bruine rand; de binnenste dwarslijn is gebogen. De golflijn en de vlek in de binnenrandhoek zijn witachtig van kleur. Van voren gezien lijkt het alsof deze uil een grijs brilletje op heeft; bovendien is vanaf de voorkant een bosje rechtopstaande haren te zien op de bovenkant van het borststuk.
Tot 35 mm; lichaam varieert in kleur van groen tot purperachtig bruin; witachtig op de rug met een rij donkergroene of bruine, V-vormige vlekken; segment elf met een duidelijke bult; over de spiracula een witachtige lengtestreep; kop lichtgroen of bruin met aan weerszijden een donkere streep.
Zie het donker brandnetelkapje (A. triplasia).
donker brandnetelkapje
Abrostola triplasia
NOCTUIDAE: Plusiinae
Donker brandnetelkapje (Abrostola triplasia).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
donker brandnetelkapje
Abrostola triplasia
NOCTUIDAE: Plusiinae
Half april-half september in twee generaties. De vlinders vliegen vanaf de schemering en bezoeken bloemen; ze komen zowel op licht als op smeer.
Rups: juni-november. De soort overwintert als pop in de strooisellaag.
Brandnetel.
Tuinen, struwelen, ruige graslanden, moerasachtige gebieden, slootkanten en bosranden.
Algemeen. Komt verspreid over het land voor; de meeste waarnemingen komen uit het zuidwesten van het land. RL: kwetsbaar.
Vrij algemeen in het hele land.
In Europa van het Middellandse zeegebied tot Midden-Noorwegen, Midden-Zweden en Midden-Finland. Van Klein-Azië via Noord- en Midden-Azië tot China, Tibet, Burma en Japan.
Brandnetelkapje is een al lang bestaande naam die al gebruikt wordt door Ter Haar in 'Onze vlinders' (begin vorige eeuw).
De enige waardplant van deze soort is brandnetel.
Het harige kapje op de kop maakt deze vlinder tot een aantrekkelijke verschijning.
Abrostola: een vergissing; het had habrostola moeten zijn; deze wijziging werd voorgesteld door Sodoffsky (1837) en overgenomen door enige andere auteurs. Habros is mooi, gratieus en stole is een jurk. De soorten binnen dit genus zien er attractief uit.
tripartita: tripartita heeft helemaal dezelfde betekenis als triplasia. Dus: triplasia is drievoudig. Linnaeus schrijft dat de ante- en postmediane lijnen de vleugel verdelen in drie delen.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
eenstipgrasuil
Mythimna unipuncta
duinworteluil
Agrotis ripae
akelei-uil
Lamprotes c-aureum
oostelijke uil
Fabula zollikoferi
bonte worteluil
Agrotis vestigialis
zwart weeskind
Mormo maura