Vrij zeldzaam. Komt vooral voor in de duinen en lokaal op de zandgronden in het binnenland. RL: bedreigd.
Voorvleugellengte: 11-14 mm. Heeft, net als de andere Clostera-soorten, een karakteristieke rusthouding met de vleugels om het achterlijf gevouwen. Het haarpluimpje aan het uiteinde van het achterlijf steekt tussen de vleugelpunten schuin omhoog. De voorvleugel heeft een grijsachtige grondkleur met een lila-achtige zweem. Aan de voorrand van de voorvleugel bevindt zich bij de vleugelpunt een roodbruine, niet scherp afgetekende vlek.
Zie de kleine wapendrager (C. anachoreta), de bruine wapendrager (C. curtula) en de roestbruine wapendrager (C. anastomosis).
kleine wapendrager
Clostera anachoreta
NOTODONTIDAE: Pygaerinae
roestbruine wapendrager
Clostera anastomosis
NOTODONTIDAE: Pygaerinae
bruine wapendrager
Clostera curtula
NOTODONTIDAE: Pygaerinae
Bruine wapendrager (Clostera curtula).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
bruine wapendrager
Clostera curtula
NOTODONTIDAE: Pygaerinae
Half april-begin september in twee generaties. De vlinders worden bij mooi weer overdag soms vliegend of rustend waargenomen. Ze komen meestal laat in de avond op licht.
Rups: juni-juli en september-begin oktober. De rups verbergt zich overdag tussen samengesponnen bladeren en komt ´s nachts tevoorschijn om te foerageren; vooral rupsen van de tweede generatie foerageren ook geregeld overdag. De soort overwintert als pop in een cocon tussen samengesponnen bladeren van de waardplant.
Wilg en soms (ratel)populier.
Vooral open vochtige gebieden, zoals moerassen, natte heiden en duinvalleien.
Vrij zeldzaam. Komt vooral voor in de duinen en lokaal op de zandgronden in het binnenland. RL: bedreigd.
In Vlaanderen zeldzaam en sterk achteruitgegaan; enkel aan de Westkust en ten oosten van de lijn Antwerpen-Brussel. In Wallonië vrij zeldzaam en wijdverbreid ten zuiden van Samber en Maas.
Van het Iberisch schiereiland via heel Europa tot Oost-Azië (China). Naar het zuiden Italië en de Balkan en dat gaat door via Voor-Azië tot Midden-Azië. Naar het noorden in Scandinavië tot ver boven de poolcirkel.
Wapendrager is een al lang bestaande naam en wordt al gebruikt door Ter Haar in 'Onze vlinders'.
Wat achter wapendrager gezocht moet worden is onduidelijk. Bij de Clostera's zou het betrekking kunnen hebben op het in rust boven de vleugels uitstekende lichaamsuiteinde.
Het is ook mogelijk dat met wapen een medaille wordt bedoeld. De wapendragers hebben alle een medaille in de punt van de voorvleugel.
Mogelijk kan deze soort als de donkerste worden aangemekrt van de wapendragergroep.
Clostera: kloster is een spoel, naar de vorm van het abdomen die slank is en taps toeloopt in de anale segmenten.
pigra: piger is onwillig, lui, naar de rups die woont tussen samengesponnen bladeren en zijn kluizenaarsgedrag. Het synoniem reclusa is gebaseerd op hetzelfde gedrag.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
berkentandvlinder
Odontosia carmelita
roestbruine wapendrager
Clostera anastomosis
populierentandvlinder
Gluphisia crenata
beukentandvlinder
Drymonia obliterata
donkere wapendrager
Clostera pigra
dromedaris
Notodonta dromedarius