Vrij zeldzaam. Komt verspreid over het land lokaal voor; er zijn vrijwel geen waarnemingen bekend uit het noordoosten van het land. RL: bedreigd.
Voorvleugellengte: 14-19 mm. Een belangrijk kenmerk is de duidelijk afgetekende bruine vlek bij de vleugelpunt van de voorvleugel die wordt doorsneden door de witte buitenste dwarslijn. Opvallend zijn de (meestal) twee zwarte vlekjes bij de binnenrandhoek.
De donkere wapendrager (C. pigra) is kleiner en heeft bij de vleugelpunt een kleinere, vaak lichtere, niet duidelijk afgetekende roodbruine vlek; de zwarte vlekjes bij de binnenrandhoek ontbreken. Bij de bruine wapendrager (C. curtula) ligt de kenmerkende bruine vlek helemaal aan de buitenzijde van de buitenste witte dwarslijn; in plaats van de duidelijke zwarte vlek bij de binnenrandhoek heeft de bruine wapendrager hooguit enige kleine onopvallende vlekjes.
donkere wapendrager
Clostera pigra
NOTODONTIDAE: Pygaerinae
bruine wapendrager
Clostera curtula
NOTODONTIDAE: Pygaerinae
Begin april-half september in twee generaties. De vlinders komen op licht.
Rups: mei-juli en september-begin oktober. De rups verbergt zich overdag tussen samengesponnen bladeren en komt ´s nachts tevoorschijn om te foerageren. De verpopping vindt plaats tussen samengesponnen bladeren van de waardplant. De poppen van de herfstgeneratie vallen met de bladeren op de grond en overwinteren.
Wilg en soms (ratel)populier.
Struwelen, parken, tuinen en windsingels.
Vrij zeldzaam. Komt verspreid over het land lokaal voor; er zijn vrijwel geen waarnemingen bekend uit het noordoosten van het land. RL: bedreigd.
Vrij zeldzaam in het hele land. Komt wijdverbreid voor in lage aantallen.
Van het Iberisch schiereiland via een groot deel van Europa, inclusief Zuid-Engeland tot Oost-Azië (China, Japan). Naar het zuiden tot de noordkant van de Middellandse Zee, inclusief Italië en de noordelijke Balkan tot Centraal Azië. Naar het noorden tot in Scandinavië en tot de poolcirkel.
Kleine wapendrager is een al lang bestaande naam en wordt al gebruikt door Ter Haar in 'Onze vlinders'.
Wat achter wapendrager gezocht moet worden is onduidelijk. Bij de Clostera's zou het betrekking kunnen hebben op het in rust boven de vleugels uitstekende lichaamsuiteinde.
Het is ook goed mogelijk dat met wapen een medaille wordt bedoeld. De wapendragers hebben alle een medaille in de punt van de voorvleugel.
Bij de oude namen was er een indeling van wapendager kleine wapendrager en kleinste wapendrager. Daar is het kleine in de huidige soortnaam van deze vlinder op terug te voeren; het is zeker niet de kleinste van de groep.
Clostera: kloster is een spoel, naar de vorm van het abdomen die slank is en taps toeloopt in de anale segmenten.
anachoreta: anakhoretes is een kluizenaar; de rups woont in een 'cel' van samengesponnen bladeren.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
berkenbrandvlerkvlinder
Pheosia gnoma
maantandvlinder
Drymonia ruficornis
draak
Harpyia milhauseri
populierentandvlinder
Gluphisia crenata
geelbruine tandvlinder
Notodonta torva
beukentandvlinder
Drymonia obliterata