Vrij zeldzaam. In het grootste deel van het land een zeldzame en verspreid voorkomende vlinder; op de Utrechtse Heuvelrug en in Gelderland soms vrij algemeen.
RL: bedreigd.
Voorvleugellengte: 13-18 mm. De voorvleugel varieert in kleur van bleekgeel tot oranjeachtig bruin. In het midden van de meestal donkerder gekleurde middenband bevindt zich vaak een rij kleine ronde of ovale vlekken die dicht bij de binnenrand van de vleugel iets lichter van kleur zijn. De buitenrand van de middenband heeft twee min of meer stompe uitsteeksels. In de vleugelpunt bevindt zich een kort donker streepje dat onderdeel is van een min of meer driehoekige donkere vlek langs de achterrand van de vleugel. Het vrouwtje is veel kleiner dan het mannetje.
Tot 26 mm; zeer variabel in kleur, van lichtbruin of grijs tot roodachtig bruin tot geelachtig groen, soms met roodachtig bruine insnijdingen tussen de segmenten; over de rug een rij driehoekige of X-vormige, roze-wit gekernde, roodachtig bruine of donkerbruine vlekken; kop roodachtig bruin of donkerbruin.
Zie de oranje agaatspanner (E. testata), de bessentakvlinder (E. mellinata) en de kajatehoutspanner (Pelurga comitata).
bessentakvlinder
Eulithis mellinata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
oranje agaatspanner
Eulithis testata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
kajatehoutspanner
Pelurga comitata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
Wortelhoutspanner (Eulithis prunata).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
wortelhoutspanner
Eulithis prunata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
Eind mei-begin augustus in één generatie. De vlinders vliegen vanaf de schemering en kunnen in het donker rustend worden aangetroffen op hei en bosbes; ze komen ook op licht. Overdag zijn ze gemakkelijk uit lage vegetatie en solitaire struiken op te jagen.
Rups: april-juni. De rups verpopt zich in een losse cocon op de waardplant of in de strooisellaag er onder. De soort overwintert als ei.
Vooral bosbes; in het buitenland ook wilg en populier.
Heiden en open bossen.
Vrij zeldzaam. In het grootste deel van het land een zeldzame en verspreid voorkomende vlinder; op de Utrechtse Heuvelrug en in Gelderland soms vrij algemeen.
RL: bedreigd.
Zeldzaam in Vlaanderen. Nagenoeg beperkt tot de Kempen. In Wallonië vrij zeldzaam en wijdverbreid in de Ardennen.
Het Iberisch Schiereiland, West- en Midden-Europa inclusief de Britse eilanden oostwaarts tot de Amoer, Kamtsjatka en verder tot Noord-Amerika; in het noorden tot boven de poolcirkel, in het zuiden tot Italië, de Balkanlanden de Kaukasus en de gebergten van Centraal-Azië.
De wetenschappelijke Genusnaam wijst op een 'mooie steen' (zie toelichting wetenschappelijke naam); agaat is zo'n mooie steen.
Deze spanner is de gewoonste van de agaatspanners.
Eulithis: eulithos is gemaakt van mooie steen; de vlinders zien er aantrekkelijk uit, veelal met geelachtige grondkleur die aan zandsteen doet denken.
populata: Populus is het plantengeslacht populier. De rups is polyfaag en zal ook wel op populier kunnen leven.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
geveerde walstrospanner
Nebula salicata
bosspanner
Scopula immutata
heidedwergspanner
Eupithecia satyrata
zomerbremspanner
Chesias rufata
gerande spanner
Lomaspilis marginata
wilgendwergspanner
Eupithecia tenuiata