grote spikkelspanner Hypomecis roboraria

De grote spikkelspanner is een opvallend grote soort van oude eikenbossen op de zandgronden en in de duinen.
Familie
spanners (GEOMETRIDAE)
Onderfamilie
Ennominae / Hypomecis roboraria
Groep
Nachtvlinder die nachtactief is
Hoe moeilijk te herkennen
(goed op gelijkende soorten letten)
Zeldzaamheid

Algemeen. Komt vooral in bosachtige gebieden op de zandgronden en in de duinen voor; daarbuiten schaars of ontbrekend. RL: niet bedreigd.

Rode lijst
niet bedreigd

Verspreiding
Vliegtijd
Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 21-32 mm. Goed te herkennen aan de grootte. De middelste en buitenste dwarslijn op de voorvleugel naderen elkaar bij de binnenrand en zijn daar verdikt, waardoor een soort vlek ontstaat die zelfs bij donkere exemplaren duidelijk zichtbaar is. In de vleugelpunt aan de onderzijde van de voorvleugel bevindt zich een opvallende bleke vlek.

Kenmerken rups

Tot 50 mm; vrij dik; lichaam roodachtig bruin, soms met okerachtig bruine tekening; op de rugzijde van segment vijf en elf een paar grijsachtige bultjes; segment zes met een zwelling aan de onderzijde; kop bruin, ingesneden.

Gelijkende soorten vlinder

Bij de ringspikkelspanner (H. punctinalis) ontbreekt de opvallende vlek aan de binnenrand en de bleke vleugelpunt aan de onderzijde; bovendien heeft de kleine middenvlek op de achtervleugel een lichte kern. Daarnaast is de ringspikkelspanner minder duidelijk getekend en heeft het mannetje iets minder sterk geveerde antennen. De taxusspikkelspanner (Peribatodes rhomboidaria) is kleiner en bruiner.

ringspikkelspanner
Hypomecis punctinalis
GEOMETRIDAE: Ennominae

taxusspikkelspanner
Peribatodes rhomboidaria
GEOMETRIDAE: Ennominae

Vliegtijd en gedrag

Half mei-half augustus in één generatie. De vlinders rusten overdag op stammen en takken van de waardplant. Ze komen, soms met meerdere exemplaren tegelijk, op licht en af en toe op smeer.

Levenscyclus

Rups: augustus-mei. De rups overwintert op takken in de kroonlaag van de waardplant en verpopt zich in de grond.

Waardplanten

Diverse loofbomen, waaronder els, berk, appel, peer en eik.

Habitat

Oude eikenbossen en duinen met oude eiken.

Zeldzaamheid

Algemeen. Komt vooral in bosachtige gebieden op de zandgronden en in de duinen voor; daarbuiten schaars of ontbrekend. RL: niet bedreigd.

België

Vrij algemeen in de oostelijke helft van Vlaanderen. Zeldzaam en toegenomen in Oost-Vlaanderen; (nog) zeer zeldzaam in West-Vlaanderen. In Wallonië vrij algemeen en wijdverbreid.

Mondiaal

Van het Iberisch Schiereiland via West- en Midden-Europa tot de Oeral; als ssp. isabellaria (Staudinger, 1901) van het westen van Centraal-Azië, Siberië en Mongolië tot Kamtsjatka; in het zuiden het noordelijke Middellandse Zeegebied via de Balkan en Klein-Azië tot de Kaukasus en in het noorden tot Midden-Scandinavië.

Trend op lange en korte termijn
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) wordt hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Verspreiding in Nederland in vier perioden
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
voor 1950
1950 - 1979
1980 - 1999
2000 - feb 2016
Engelse naam
Great Oak Beauty
Duitse naam
Grosser Rindenspanner
Franse naam
la Boarmie du chêne , la Phalène du rouvre
Synoniemen
Boarmia roboraria
Toelichting Nederlandse naam

De spikkelspanners hebben een grijze tot grijsbruine grondkleur met veel golvende dwarslijnen en veelal besprenkeld met donkerder spikkels.
Deze soort is de grootste van de Nederlandse spikkelspanners.

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

roboraria: Quercus robur, roboris is de eik, de waardplant van deze soort.

Auteursnaam en jaartal
(Denis & Schiffermüller, 1775)

Actualiteiten

Ontdek meer

Blijf op de hoogte

Ontvang vlindernieuws

Soorten uit dezelfde familie spanners (GEOMETRIDAE)

iepentakvlinder
Ennomos autumnaria

tweelingbosrankspanner
Horisme radicaria

hopdwergspanner
Eupithecia assimilata

crème stipspanner
Scopula ternata

geelpurperen spanner
Idaea muricata

zwarte-w-vlinder
Macaria wauaria

alle soorten uit deze familie