taxusspikkelspanner Peribatodes rhomboidaria

Op de onderzijde van de voorvleugels van de taxusspikkelspanner bevindt zich een opvallende lichte vlek in de vleugelpunt.
Familie
spanners (GEOMETRIDAE)
Onderfamilie
Ennominae / Peribatodes rhomboidaria
Groep
Nachtvlinder die nachtactief is
Hoe moeilijk te herkennen
(moeilijk tot zeer moeilijk te determineren)
Zeldzaamheid

Zeer algemeen. Komt verspreid over het land voor. RL: niet bedreigd.

Rode lijst
niet bedreigd

Verspreiding
Vliegtijd
Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 17-24 mm. Een sleutelkenmerk van deze vrij grote, meestal grijze spanner vormt de buitenste dwarslijn op de voorvleugel. Deze dunne lijn maakt vlak bij de voorrand een sterke knik, loopt op de binnenste vleugelhelft min of meer recht en vormt op iedere vleugelader een stip. Een ander opvallend kenmerk is de manier waarop de middelste en buitenste dwarslijn over de voorvleugel lopen; vanaf de voorrand beginnen ze eerst wijd uit elkaar, maar richting de binnenrand komen ze steeds meer naar elkaar toe doordat de buitenste lijn naar binnen buigt. Bij veel andere spikkelspanners lopen deze lijnen niet of veel minder naar elkaar toe. De grondkleur varieert van lichtbruin tot donkergrijs en de donkere tekening varieert sterk. Op de onderzijde van de achtervleugel is de buitenste dwarslijn, indien aanwezig, scherp gehoekt. Op de onderzijde van de voorvleugel bevindt zich een opvallende bleke vlek in de vleugelpunt. Exemplaren van de tweede generatie zijn kleiner. Het mannetje heeft geveerde antennen die spits toelopen; de kleine veertjes eindigen 2 mm voor het uiteinde.

Kenmerken rups

Tot 40 mm; lichaam varieert in kleur van grijsachtig bruin tot roodachtig bruin, soms geelachtig bruin gespikkeld en met donkere vlekken op de rug, die soms een rij van ruitvormige vlekken vormen; kop bruin.

Gelijkende soorten vlinder

Zie de geveerde spikkelspanner (P. secundaria), de gevlekte spikkelspanner (Alcis deversata), de satijnen spikkelspanner (Deileptenia ribeata), de variabele spikkelspanner (Alcis repandata) en de grote spikkelspanner (Hypomecis roboraria).

geveerde spikkelspanner
Peribatodes secundaria
GEOMETRIDAE: Ennominae

gevlekte spikkelspanner
Alcis deversata
GEOMETRIDAE: Ennominae

variabele spikkelspanner
Alcis repandata
GEOMETRIDAE: Ennominae

grote spikkelspanner
Hypomecis roboraria
GEOMETRIDAE: Ennominae

satijnen spikkelspanner
Deileptenia ribeata
GEOMETRIDAE: Ennominae

Gelijkende soorten rups

Variabele spikkelspanner (Alcis repandata).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).

variabele spikkelspanner
Alcis repandata
GEOMETRIDAE: Ennominae

Vliegtijd en gedrag

Eind mei-half september in één generatie; soms een partiële tweede generatie tot half oktober. Zowel mannetjes als vrouwtjes kunnen overdag rustend op boomstammen worden gevonden. De vlinders bezoeken na zonsondergang bloemen van planten zoals akkerdistel en kruiskruid. Ze komen goed en in redelijke aantallen op licht, vooral in dichte bossen.

Levenscyclus

Rups: juli-juni. De soort overwintert als jonge rups op de waardplant en verpopt zich in een cocon op de waardplant of in de strooisellaag.

Waardplanten

Diverse bomen en planten, waaronder klimop, bosrank, kamperfoelie en brem.

Habitat

Bossen, struwelen, parken en tuinen; ook in stedelijke omgeving.

Zeldzaamheid

Zeer algemeen. Komt verspreid over het land voor. RL: niet bedreigd.

België

Zeer algemeen in het hele land.

Mondiaal

Heel Europa en naar het oosten tot de Altaj, in het zuiden het Iberisch Schiereiland via de Balkanlanden, Klein-Azië, de Kaukasus en Noord-Iran tot Toerkmenistan. Noordelijk tot Zuid-Zweden. Uit Marokko is ssp. sublutearia Zerny, 1927) beschreven.

Trend op lange en korte termijn
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) wordt hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Verspreiding in Nederland in vier perioden
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
voor 1950
1950 - 1979
1980 - 1999
2000 - feb 2016
Engelse naam
Willow Beauty
Duitse naam
Rauten-Rindenspanner
Franse naam
la Boarmie rhomboïdale
Oud Nederlandse naam
taxusmeter
Synoniemen
Cleora rhomboidaria, Boarmia rhomboidaria, Peribatodes gemmaria, Boarmia gemmaria, Cleora gemmaria
Toelichting Nederlandse naam

De spikkelspanners hebben een grijze tot grijsbruine grondkleur met veel golvende dwarslijnen en veelal besprenkeld met donkerder spikkels.
Taxus is overgenomen van dhr. Ter Haar die in zijn boek 'Onze vlinders'(begin vorige eeuw) deze spanner taxismeter noemde.

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

Peribatodes: peri is rond, rondom en batodes is overwoekerd met doorns, wellicht wordt de habitat bedoeld.
rhomboidaria: rhomboides is een gelijkzijdige viervlak, naar de donkere vlek op de dorsum van de voorvleugel, gevormd door het samenkomen van de mediane en de postmediane lijn.

Auteursnaam en jaartal
(Denis & Schiffermüller, 1775)

Soorten uit dezelfde familie spanners (GEOMETRIDAE)

gele oogspanner
Cyclophora linearia

dennenbandspanner
Pungeleria capreolaria

najaarsboomspanner
Alsophila aceraria

kruiskruiddwergspanner
Eupithecia expallidata

zomerbremspanner
Chesias rufata

gehoekte schimmelspanner
Dysstroma citrata

alle soorten uit deze familie