Zeer zeldzaam. Een soort waarvan slechts enkele recente meldingen uit de zuidelijke helft van het land bekend zijn. RL: ernstig bedreigd.
Voorvleugellengte: 15-18 mm. Een kenmerkend fijn getekende spanner. De enige soort met een tamelijk puntige, staalgrijze voorvleugel met daarop een groot aantal geschulpte grijze en bruinachtige dwarslijnen. In de middenband, die donkerder grijs van kleur is, bevindt zich een lichtere middenzone met twee kleine zwarte stipjes. De tekening is weinig variabel. Sommige exemplaren hebben een enigszins donkerder grondkleur of een donkerder gekleurde middenband, waarbij de lichtere middenzone soms ontbreekt.
Tot 25 mm; lichaam bleek geelachtig grijs, soms met een groene of roze zweem, boven de spiracula donkerder; over rug en flanken een aantal donkergrijze lengtestrepen; kop bleek geelachtig bruin met donkerbruine tekening.
Bruinbandspanner (Scotopteryx chenopodiata), vroege bremspanner (Scotopteryx mucronata), late bremspanner (Scotopteryx luridata) en bruine bosrankspanner (Horisme vitalbata).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
vroege bremspanner
Scotopteryx mucronata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
late bremspanner
Scotopteryx luridata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
bruinbandspanner
Scotopteryx chenopodiata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
bruine bosrankspanner
Horisme vitalbata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
Juli-begin september in één generatie. De vlinders laten zich gemakkelijk opjagen en vliegen overdag soms spontaan op. Ze komen op licht.
Rups: augustus-juni. De rups foerageert vooral ´s nachts en verpopt zich in een cocon op de grond. De soort overwintert als halfvolgroeide rups.
Klaver en andere kruidachtige planten, zoals tijm en vogelwikke.
Warme droge kalkgraslanden. Kale stukjes grond worden gebruikt om te rusten en te zonnen en zijn mogelijk van essentieel belang voor deze soort.
Zeer zeldzaam. Een soort waarvan slechts enkele recente meldingen uit de zuidelijke helft van het land bekend zijn. RL: ernstig bedreigd.
Zeer zeldzaam. Recent slechts enkele waarnemingen in Namen en Luik.
Van Marokko, Spanje, West- en Midden-Europa inclusief de Britse eilanden tot de Oeral; in het noorden tot de Baltische staten, in het zuiden: Italië, de Balkan, de Zwarte Zee en de Kaspische Zee.
De bandspanners hebben een bandtekening dwars over de vleugels.
Klaversoorten zijn belangrijke waardplanten voor deze bandspanner.
Scotopteryx: skotos is duisternis en pteron is vleugel; wijzend op de donkere tekening op de vleugels van een aantal soorten, vooral de mediane band.
bipunctaria: bi is twee en punctum is stip, vlek; dit verwijst naar de twee boven elkaar staande zwarte discale vlekken.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
marmerspanner
Ecliptopera silaceata
schildstipspanner
Idaea biselata
oranje agaatspanner
Eulithis testata
egale bosrankspanner
Horisme tersata
sporkehoutspanner
Philereme vetulata
bosbandspanner
Epirrhoe rivata