Vrij algemeen. Komt verspreid over het land voor, vooral op de zandgronden in het binnenland en lokaal in de duinen. RL: kwetsbaar.
Voorvleugellengte: 14-17 mm. Rust met halfopen, boven de rug gehouden vleugels. De geringe grootte, de karakteristieke goudkleurige tekening en de grijze grondkleur zijn eveneens goede kenmerken; soms komen meer roodachtige exemplaren voor. Op de achtervleugel bevindt zich een duidelijke stip. De franje is opvallend geblokt. Het mannetje heeft geveerde antennen.
Kan verward worden met jonge rupsen van het herculesje (Selenia dentaria), het lindeherculesje (Selenia lunularia) en de halvemaanvlinder (Selenia tetralunaria).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
lindeherculesje
Selenia lunularia
GEOMETRIDAE: Ennominae
herculesje
Selenia dentaria
GEOMETRIDAE: Ennominae
halvemaanvlinder
Selenia tetralunaria
GEOMETRIDAE: Ennominae
Eind april-half juli in één generatie. De vlinders worden overdag soms van de waardplant opgejaagd. Ze komen ´s nachts in kleine aantallen op licht en gaan dan vaak naast de lichtval zitten. De vrouwtjes worden ook af en toe laat in de middag vliegend rond braamplanten waargenomen.
Rups: juli-september. De soort overwintert als pop in de grond.
Vooral bosbes.
Zonnige open bossen met lage begroeiing langs de paden en oude struwelen.
Vrij algemeen. Komt verspreid over het land voor, vooral op de zandgronden in het binnenland en lokaal in de duinen. RL: kwetsbaar.
In Vlaanderen vrij algemeen in de Vlaamse Ardennen en ten oosten van de lijn Antwerpen-Brussel; zeldzamer in West- en Noord-Oost-Vlaanderen. In Wallonië wijdverbreid en lokaal algemeen.
Bijna alle Europese landen. Van Noord-Spanje via de gematigde zone tot Oost-Azië, in het noorden tot Zuid-Scandinavië en in het zuiden tot Noord-Italië en de Balkan.
Voor herculesspanner zie bij Selenia dentaria.
Deze soort is ontegenzeglijk kleiner dan S. dentaria maar verdere relatie is niet duidelijk.
Cepphis: kepphos is een kleine zeevogel; waarschijnlijk zonder enthomologische betekenis.
advenaria: advena is een bezoeker, een gast. Mogelijk doelt Hübner op de oorsprong van dit beestje: vele vrienden stuurden hem materiaal van heinde en ver.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
gewone dwergspanner
Eupithecia vulgata
smaragdgroene zomervlinder
Chlorissa viridata
vroege bremspanner
Scotopteryx mucronata
gehoekte schimmelspanner
Dysstroma citrata
taxusspikkelspanner
Peribatodes rhomboidaria
gehakkelde spanner
Ennomos erosaria