- Familie
- uilen (NOCTUIDAE)
- Onderfamilie
- Cuculliinae / Asteroscopus sphinx
- Groep
-
Nachtvlinder die nachtactief is
- Hoe moeilijk te herkennen
-
(goed tot redelijk goed te determineren)
- Zeldzaamheid
- Zeer algemeen. Een soort die vooral voorkomt op de zandgronden in het binnenland; elders af en toe een waarneming. RL: niet bedreigd.
- Rode lijst
- niet bedreigd
- Kenmerken vlinder
Voorvleugellengte: 17- 22 mm. Deze uil heeft een karakteristiek uiterlijk door het forse, sterk behaarde borststuk en de streperige brede voorvleugel. De grondkleur van de voorvleugel is doorgaans lichtgrijs of bruinachtig staalgrijs; sommige exemplaren zijn meer olijfkleurig bruin. De lange zwarte streep in het wortelveld is altijd goed zichtbaar en in het zoomveld bevindt zich een lichte, diep zigzaggende golflijn. Er is weinig variatie. Het mannetje heeft geveerde antennen.
- Kenmerken rups
Tot 50 mm; plomp, met op de rug van het elfde segment een duidelijke bult; lichaam helder groen met over de rug drie geelachtig witte lengtestrepen en vlak achter de kop een witachtige dwarsband; over de zwartgerande spiracula een geelachtig witte lengtestreep.
- Vliegtijd en gedrag
- Eind september-eind november in één generatie. De vlinders komen goed op licht, de vrouwtjes vaak vroeger op de avond dan de mannetjes.
- Levenscyclus
- Rups: april-juli. De rups is vooral ´s nachts actief. De verpopping vindt plaats in een cocon diep in de grond. De eieren worden in kleine groepjes in een spleet of op een boomstam afgezet en overwinteren.
- Waardplanten
- Allerlei loofbomen en struiken, waaronder sleedoorn en sporkehout.
- Habitat
Loofbossen en andere bosachtige gebieden; ook duinen en tuinen.
-
- Zeldzaamheid
- Zeer algemeen. Een soort die vooral voorkomt op de zandgronden in het binnenland; elders af en toe een waarneming. RL: niet bedreigd.
- België
- In Vlaanderen vrij algemeen ten oosten van de lijn Antwerpen-Brussel, lokaal in de Vlaamse Ardennen en nagenoeg ontbrekend in de rest van Oost- en West-Vlaanderen. Lokaal talrijk. In Wallonië wijdverbreid en algemeen.
- Mondiaal
- In Europa vooral in het centrum. Naar het noorden tot Noord-Engeland, Denemarken, Zuid-Zweden, Oost-Pruisen (Königsberg) en Moskou. Naar het zuiden vooral in montane loofbossen, Noord-Spanje, de zuidrand van de Alpen, Midden-Italië en Noord-Griekenland. Naar het oosten Tukije, de Kaukasus en, voor zover wij weten, niet verder Azië in.
- Trend op lange en korte termijn
-
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.
De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.
Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) wordt hier de presentie afgebeeld.
De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.
Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
-
- Verspreiding in Nederland in vier perioden
-
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden.
Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok).
Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel.
De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
-
- Engelse naam
- Sprawler
- Duitse naam
- Herbst-Rauhhaareule
- Franse naam
- la Noctuelle -Sphinx , la Noctuelle de Cassini
- Synoniemen
- Brachionycha sphinx, Asteroscopus cassinia
- Toelichting Nederlandse naam
- Kromzitter is een al lang bestaande naam die al gebruikt wordt door Ter Haar in 'Onze vlinders' (begin vorige eeuw).
De opgerichte houding van de rups in rust vormt de achtergrond van deze soortnaam. Meer over Nederlandse namen
Meer over Nederlandse namen
- Toelichting wetenschappelijke naam
- sphinx: sphinx wijst waarschijnlijk op de bult van segment 8 van de rups; die bult doet denken aan de 'staartjes' van de rupsen van de Linnaeus familie Sphingidae. Ook wordt wel gewezen op de houding van de rups in rust; de naar achteren geheven kop maakt een raadselachtige indruk. De sphinx was ooit een monster die raadsels opgaf. Zie ook bij Sphinx ligustri. De plaats van deze soort in het hele vlindersysteem vormde een flink probleem maar daar heeft Hufnagel zich waarschijnlijk niet druk om gemaakt. Hier wil ik ook nog even wijzen op het synoniem cassinia (D & S, 1775); cassinia kwam van Dominic Cassini, een groot Italiaans sterrenkundige; ook de rups kijkt dromend naar de sterrenhemel als hij zijn kop heeft geheven.
- Auteursnaam en jaartal
- (Hufnagel, 1766)
alle soorten uit deze familie