gestreepte rietuil Leucania obsoleta

Door de donkerbruine schubben langs de witte aders op de voorvleugels maakt de gestreepte rietuil een gestreepte indruk.
Familie
uilen (NOCTUIDAE)
Onderfamilie
Hadeninae / Leucania obsoleta
Groep
Nachtvlinder die nachtactief is
Hoe moeilijk te herkennen
(goed op gelijkende soorten letten)
Zeldzaamheid

Vrij algemeen. Komt verspreid over het land voor. RL: kwetsbaar.

Rode lijst
kwetsbaar

Verspreiding
Vliegtijd
Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 15-18 mm. De grondkleur van de voorvleugel is lichtbruin en rond de witte aders bevinden zich opvallende donkerbruine schubben, waardoor deze uil een gestreepte indruk maakt. Een van de hoofdaders eindigt midden op de voorvleugel in een kleine witte stip. De gebogen buitenste dwarslijn bestaat uit een aaneengesloten rij donkere stippen. Soms is een fijne spikkeling op de vleugel aanwezig. De achtervleugel is vuilwit met een donkere zone langs de achterrand.

Gelijkende soorten vlinder

De voorvleugel van de spitsvleugelgrasuil (Mythimna straminea) heeft een rechtere achterrand, de buitenste dwarslijn is vaak een niet volledige rij stippen en doordat de voorvleugel weinig donkere bestuiving heeft vallen de aders minder op; de achtervleugel is witter van kleur en heeft aan de onderzijde een duidelijke middenvlek. Bij de stompvleugelgrasuil (Mythimna impura) is de donkere bestuiving op de voorvleugel vooral geconcentreerd tot één enkele streep; de achtervleugel is over het algemeen donkerder grijs en de voorvleugel heeft aan de onderzijde een groot donker veld. De witte-l-uil (Mythimna l-album) en de komma-uil (L. comma) zijn bonter gekleurd, hebben een opvallende donkere schouderstreep en het zoomveld is tussen de aders donker gekleurd.

Gelijkende soorten rups

Gevlamde rietuil (Senta flammea).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).

gevlamde rietuil
Senta flammea
NOCTUIDAE: Hadeninae

Vliegtijd en gedrag

Begin mei-eind juli in één generatie; soms een partiële tweede generatie van eind augustus-eind september. De vlinders komen zowel op licht als op smeer.

Levenscyclus

Rups: juni-april. De rups eet van de bladeren van de waardplant en verbergt zich overdag in een holle stengel. De soort overwintert als volgroeide rups in een cocon in een dode holle rietstengel of tussen losliggende dode rietstengels en verpopt zich daar in het voorjaar.

Waardplanten

Riet.

Habitat

Moerasachtige gebieden en rietoevers langs rivieren, meren en sloten.

Zeldzaamheid

Vrij algemeen. Komt verspreid over het land voor. RL: kwetsbaar.

België

Vrij algemeen. Wijdverbreid in Vlaanderen, maar doorgaans waargenomen in lage aantallen. In Wallonië zeldzaam, maar recent gemeld in alle provincies.

Mondiaal

Europa, noordelijk tot Midden-Engeland en Midden-Scandinavië. Naar het zuiden tot Zuid-Spanje, Zuid-Italië en Griekenland. Voor- en Midden-Azië tot Midden-China.

Trend op lange en korte termijn
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) wordt hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Verspreiding in Nederland in vier perioden
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
voor 1950
1950 - 1979
1980 - 1999
2000 - feb 2016
Engelse naam
Obscure Wainscot
Duitse naam
Salweiden-Wicklereulchen
Franse naam
la Leucanie obsolète
Synoniemen
Mythimna obsoleta, Sideridis obsoleta
Toelichting Nederlandse naam

De enige waardplant van deze soort is riet.
De witte lengtelijnen (aders), gecombineerd met de wat donkerder tussenruimtes, geven deze vlinder een gestreepte uiterlijk.

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

Mythimna: mithimna is een stad op het eiland Lesbos. Deze uitleg komt van Treitschke die 'Die Schmetterlinge von Europa' afmaakte na de dood van Ochsenheimer. Sodoffsky (1837) verbeterde de spelling naar Mithimna.
obsoleta: obsoletus is oud, donker, onderontwikkeld (van de vlekken). Te bedenken dat Hübner een vorm beschreef die bij ons niet gewoon is.

Auteursnaam en jaartal
(Hübner, 1803)

Actualiteiten

Ontdek meer

Blijf op de hoogte

Ontvang vlindernieuws

Soorten uit dezelfde familie uilen (NOCTUIDAE)

bosgrasuil
Apamea scolopacina

vogelwiekje
Dypterygia scabriuscula

schaapje
Acronicta leporina

gewone stofuil
Hoplodrina octogenaria

gevlamde rietuil
Senta flammea

heremietuil
Ipimorpha retusa

alle soorten uit deze familie