Deze soort is in 2014 voor het eerst waargenomen op de Delleboersterheide in Friesland. Daarna nog een waarneming in 2016 en 2020.
Voorvleugellengte: 12-15 mm. Een overwegend bruine uil met op de voorvleugel een karakteristiek, geometrisch aandoend patroon van donkere en lichte delen met een kenmerkende lila tint. Opvallend zijn de dikke witachtige met donkerbruin afgezette, tamelijk scherp afstekende centrale dwarslijnen die schuin over de voorvleugel naar de binnenrand lopen waar ze elkaar ontmoeten en in elkaar overgaan. In het hierdoor omsloten middenveld ligt tegen de voorrand een markante donkerbruin tot zwartachtige vlek met daarin een langgerekte, witachtig gerande ringvlek. De niervlek is vaag zichtbaar als lichte vlek en heeft doorgaans evenals de ringvlek een duidelijke lila tint. De grondkleur van de voorvleugel verdonkert zich richting de achterrand. De sterkte van de bruine en lila kleuren kunnen variƫren.
In het buitenland in twee, zelden drie, generaties vanaf eind mei tot begin juli en weer in augustus en september. De vlinders komen op licht en op smeer.
In het buitenland diverse kruidachtige planten waaronder bijvoet, boerenwormkruid, paardenbloem en munt.
In het buitenland primair in steppegebieden, daarnaast in open landschappen met grasland en struiken waarbij de soort in de meer noordelijke gebieden drogere habitats prefereert.
Deze soort is in 2014 voor het eerst waargenomen op de Delleboersterheide in Friesland. Daarna nog een waarneming in 2016 en 2020.
Komt niet voor.
Word donateur
Steun De Vlinderstichting
bruine breedvleugeluil
Diarsia brunnea
gevlekte pijluil
Pachetra sagittigera
late heide-uil
Xestia agathina
gelijnde grasuil
Tholera decimalis
roodbont heide-uiltje
Anarta myrtilli
geoogde worteluil
Agrotis clavis